Maritsia Claver (53) ging twintig jaar lang van logeerbed naar slaapbank. Samen met haar dochter Danitsia (16) heeft ze sinds een jaar een eigen huis. Ze krijgen ondersteuning van Chérida Millerson (50), ambulant hulpverlener van het Leger des Heils. Chérida: “Als je nooit een eigen plek hebt gehad, is dat eng in het begin. Je moet nadenken over financiën, over buren, van alles.” Samen zetten de vrouwen stappen om van Maritsia’s huis een thuis te maken.
Maritsia was twintig jaar lang thuisloos. “Ik had een beetje geluk”, geeft ze toe. “Ik mocht bij mensen slapen en ze gaven me geen specifieke tijd, van ‘je mag zo lang blijven’. Maar toch is het niet fijn. Je bent blij dat je onderdak hebt gekregen van iemand, maar het is toch niet fijn.”
Thuisloos betekent: rekening houden
Chérida, haar ambulant ondersteuner, vult haar aan: “Als je bij mensen logeert, houd je met alles rekening. Als je een klein kind hebt, moet je steeds zeggen: ‘stil zijn, niet stoeien, kom eens hier’, want je wilt zo weinig mogelijk ruimte innemen. Je bent gewend om stil en gekluisterd te leven.” Maritsia knikt heftig terwijl Chérida praat.
Van thuisloos naar een eigen huis
Sinds augustus 2022 wonen Maritsia en haar tienerdochter op de vijfde verdieping van een flat in Amsterdam-Osdorp. Ik zie groei”, zegt Chérida. “Als je nooit een eigen plek hebt gehad, is dat eng in het begin. Je moet nadenken over financiën, over buren, van alles. Het heeft even geduurd, maar nu is het echt een thuis.” De komende tijd willen de dames het huis nog wat verder opknappen en inrichten. Het streven is dat Maritsia en haar dochter binnen twee jaar zelfstandig wonen. “Maar nu nog even niet hoor”, verzucht ze. Nog even niet zonder Chérida’s steun.
Maritsia: 'Ik kan alles met Chérida bespreken'
Op weg naar zelfstandig wonen
Chérida sluit zich daarbij aan. “In principe is de begeleiding voor maximaal twee jaar. Maar als ze nu bijvoorbeeld heel erg ziek zou worden, dan ga ik het verlengen. We hebben vanaf dag één een goede klik met elkaar, ook daarom zou ik het jammer vinden om Maritsia los te laten.” Maritsia: “Ik kan alles met Chérida bespreken. Het maakt niet uit wat het is. Ik kan haar bellen, ze komt langs als ik ziek ben…”
Een goed netwerk
“Gelukkig heeft mevrouw een goed sociaal netwerk”, vertelt Chérida. “Als je een deelnemer loslaat, wil je niet dat hij of zij in een gat valt. Daar kijken we samen naar, zo van: wie kunnen we betrekken? Mevrouw dialyseert drie keer in de week [vanwege nierproblemen, red.] en dan komt ze behoorlijk moe thuis. Haar zusje komt nu eens in de week langs om voor haar te zorgen.”
Leuke dingen doen
“Ja, en Danitsia heeft een gezin waarmee ze soms leuke dingen gaat doen, of een weekend logeren”, vertelt Maritsia. Door mijn ziekte kan ik niet met haar naar de bios of naar de sportschool, dus dat doet zij. Dat is Angeline”, verduidelijkt ze richting Chérida. “Oh, waar woont die nu?”, vraagt Chérida. “In Almere. Gisteren belde ze me nog. Ze is nu klaar met de verhuizing en volgende week belt ze me nog om af te spreken wanneer ze Danitsia en mij komt halen. Dan gaan we iets leuks doen.”
Netwerkondersteuning: samen bouwen aan een sociaal leven
Bij hulpverleningstrajecten van het Leger des Heils wordt er steeds vaker netwerkondersteuning geboden. Dat wil zeggen dat hulpverleners kijken hoe zij het bestaande netwerk van vrienden en familie rondom een deelnemer kunnen betrekken bij de hulp. Als er geen sprake is van een netwerk, helpt het Leger des Heils de deelnemer om dit op te bouwen. Netwerkondersteuner Karen Duin uit Amsterdam: "Hulpverleners komen en gaan, maar vrienden zijn blijvend."