Een zelfstandig leven opbouwen na jeugdzorg is best een struggle. Hoe weet je nu of mensen echt van je houden? Happy (20) vertelt hoe ze het leven ervaart.
Happy is op haar twaalfde uit huis geplaatst. In het land waar ze is geboren, werd ze opgevoed door haar oma. ‘Op een dag verschenen er twee witte mannen op het internaat, die zeiden dat ik mee moest. Voor ik het wist stond ik voor een vrouw. Dat zal dan wel mijn moeder zijn, dacht ik. In Nederland ging het slecht tussen mij en m’n moeder, we hadden geen band met elkaar. Ze begon me te slaan. Hoe meer ze me sloeg, hoe slechter ik me ging gedragen. Zo kwam ik in jeugdzorg.’
Woede in mezelf
Happy had schijt aan alles in de leefgroep waarin ze terechtkwam. Ze was een ‘weglopertje’, zegt ze zelf, soms wekenlang. Dan sliep ze hier en dan weer daar; de politie fungeerde als haar privétaxi. Regelmatig vonden ze haar midden in de nacht op station Amersfoort. Happy: ‘Dat was niet goed van mij, maar ik was heel erg boos om wat er allemaal met mij gebeurde. Mijn moeder mocht op bezoek komen, maar ze kwam nooit. Ik mocht mijn stiefvader niet, was heel brutaal en ging steeds meer smoken. Ik was makkelijk te beïnvloeden door mensen die alleen maar op straat aan het chillen waren. Voor mij was dat niet het beste om te doen, maar ik dacht niet na. Ik wist niet wat ik moest doen, ik was toch al vergooid.’
Maar ik geef niet op!
Op haar 17de stroomde Happy uit naar een appartementje naast de leefgroep. ‘In het begin moest ik erg wennen en hield ik me niet aan de regels. Nodigde ik tot diep in de nacht te veel mensen uit die overlast veroorzaakten. Ik durfde niets te zeggen want dan zouden ze mijn vrienden niet meer willen zijn. Ik wil heel graag goed contact met vrienden hebben, maar hoe doe je dat? Haast niemand heeft tijd en aan het eind van de dag heb ik alleen mezelf. Heel eerlijk: ik huil elke avond. Dan ga ik maar buiten een jointje roken en cartoons kijken. Ik ben in de steek gelaten. Zo voelt het niet alleen, zo ís het! Ik geloof het niet als mensen zeggen dat ze van mij houden. Maar ik geef niet op! Ik werk fulltime in de horeca tot ik weer kan starten met een opleiding. Ik ben trots op mezelf dat ik een plan heb en dat ik geen zelfmoord pleeg maar gewoon doorga.
Een geliefd persoon
Ik zie mezelf vaak als het probleem en denk dat anderen mij een probleemkind vinden. Mijn begeleider van het Leger des Heils laat me zien dat ik waardevol ben, een waardevol en geliefd persoon die veel heeft meegemaakt en de gevolgen daarvan meedraagt in een rugzak. Ik volg therapie om daarmee om te leren gaan. Hij gelóóft dat het beter gaat worden - ik ga er steeds meer in geloven.
Het opvoeden van kinderen is een grote verantwoordelijkheid. Soms lukt het ouders niet om die verantwoordelijkheid voor hun kinderen te dragen. Wij helpen hen daarbij. Wil jij meer informatie ontvangen over Jeugdhulp en gezinsondersteuning? Bekijk ons aanbod hier.