Sjors werkt al 15 jaar bij het Leger des Heils, als ambulant begeleider in de regio Zaanstad. Hij komt bij mensen thuis om ze te ondersteunen als er meerdere, ingewikkelde problemen zijn. Zoals een verslaving, schulden, verzamelwoede of psychische problemen. Het zijn vaak mensen die tussen wal en schip vallen. Ambulant begeleiders zijn echte generalisten en helpen bij diverse problemen. Soms lukt dat niet: als iemand ernstig verslaafd is bijvoorbeeld. Dan is er specifieke hulp nodig en worden mensen doorverwezen.
Langs een ravijn
‘Samen met de deelnemer kijken we wat er nodig is om een stabiele situatie te krijgen’, vertelt Sjors. ‘Mensen vechten vaak al heel lang en hebben hulp gevraagd, maar niet gekregen. Als er dan iets bovenop komt, zoals de verhoging van de energietarieven, worden de problemen te groot. Ik verbaas me hoe lang mensen het al volhouden. Ik vergelijk het soms met lopen langs een ravijn, waarvan het hek plotseling wegvalt.’
"Het geeft mij veel voldoening als ik iets van de stress kan wegnemen"
‘We werken allereerst aan de relatie met de deelnemer. We proberen vertrouwen te winnen en kleine stapjes te zetten waardoor het wel lukt. We staan naast de deelnemer, die zelf de regie behoudt. Alleen als er echt grote problemen zijn, bijvoorbeeld als iemand zijn huis dreigt te verliezen, nemen we het over.’
Kromme tenen
Sjors: ‘De overheid stelt strenge eisen aan mensen. De toeslagenaffaire is daar een voorbeeld van. Veel mensen begrijpen de regels niet, of worden zelf niet begrepen. Zo was ik eens met een deelnemer bij een intakegesprek van de gemeente, waarbij de ambtenaar zei: ‘hoe kón u dit laten gebeuren?’ Ik zat daar met kromme tenen. Dan zet iemand eindelijk de stap om hulp te vragen, dan is dit de reactie. Gelukkig zie ik de laatste jaren verbetering.’
‘Mensen moeten eerst accepteren dat ze het niet alleen kunnen’, vervolgt hij. ‘Vaak hebben ze het jaren zelf gered. Dan is het doel om stabiliteit te creëren en de grootste problemen aan te pakken. Dan komt er weer ruimte in het hoofd van mensen om vooruit te kijken: wat zijn mijn talenten, waar wil ik naartoe?’
De mensen die worden aangemeld voor ambulante begeleiding, hebben vaak geen netwerk meer. Vrienden, familie en buren hebben vaak wel hun best gedaan, maar zijn opgebrand door de ingewikkelde problemen. ‘Als ambulant begeleider ben je het vangnet voor mensen zonder helper. Pas als het met iemand beter gaat is er weer contact met het netwerk mogelijk. Maar beide partijen hebben veel pijn en teleurstelling doorgemaakt, dat herstel van relaties veel tijd kost.’
Eén telefoontje
Per aanmelding wordt gekeken welke hulpverlener het beste zou passen. Een enkele keer starten de begeleiders met z’n tweeën. Elke deelnemer heeft in principe een vaste hulpverlener.
De ambulante begeleiding duurt normaal gesproken maximaal een jaar, maar met sommige mensen heeft Sjors jarenlang contact. Het geeft mensen het vertrouwen dat als het mis dreigt te gaan, dat ze met één telefoontje contact hebben.
‘De mensen die wij helpen, leven bij de dag. Ze zijn onzeker, bang en gestrest. Het geeft mij veel voldoening als ik iets van de stress kan wegnemen, zodat ze een stukje rust hebben en het overzicht weer terugvinden.’