Amir werd uitgebuit op de markt

Maatschappelijke opvang
Tekst: Corianne de Vries / Beeld: Emanuel Wiemans

AMIR WERD UITGEBUIT OP DE MARKT

Ruim zeven maanden werd Amir* (59) uitgebuit op de markt. Hij werkte 12 uur per dag voor slechts €25. Als hij er iets van zei, werd hij bedreigd. Toch ontsnapte hij niet. “Ik voelde me heel slecht omdat ik geen keuze had. Als ik naar de politie zou gaan was ik mijn slaapplaats kwijt en zou ik misschien opgepakt worden omdat ik geen verblijfsvergunning heb.”

Amir is 27 jaar als hij naar Nederland komt. Het is eind jaren ’80 en hij probeert zijn militaire dienst in Irak te ontlopen. Zijn eigen vader, die eveneens in dienst had gezeten, had Amir en zijn zeven broers en zussen heel strak opgevoed. Er heerste een militaire discipline in huis. “Ons huis was een soort kamp”, vertelt Amir. “Ik had daar geen zin meer in. Maar als je je dienstplicht probeerde te ontlopen, werd je gearresteerd door de politie.”

Eenmaal aangekomen in Nederland heeft Amir diverse baantjes, variërend van portier tot medewerker in een shoarmatent of verkoper op de bloemenmarkt. “Destijds was het makkelijk om werk te vinden”, legt hij uit. Ogenschijnlijk gaat het goed met Amir maar hij heeft ook tegenslagen te verduren. Zijn eerste huwelijk loopt na een jaar op de klippen. Vanwege een gevecht belandt Amir negen maanden in de gevangenis. Hij raakt zijn verblijfsvergunning kwijt en zijn relatie strandt enige tijd later. Vanaf dat moment heeft Amir niets meer. Geen relatie, geen baan, geen huis en geen verblijfsvergunning.

‘Ik was blij dat ik werk had’

Om de tijd een beetje te doden, is Amir regelmatig te vinden op de markt. Een van de marktkoopmannen ziet hem, geeft hem iets te eten en een blikje bier. Het lijkt een mooi gebaar en Amir is er dankbaar voor. Vanaf die tijd vraagt de marktkoopman hem regelmatig om een wederdienst. Of Amir even 10 minuten op zijn kraam wil passen. Vervolgens blijft de marktkoopman vijf tot zes uur weg. Maar hij heeft altijd weer een ‘goed’ verhaal paraat over waarom het zo lang duurde.
 
Als de marktkoopman Amir een baan aanbiedt, grijpt hij die met beide handen aan. “Als je niks te doen hebt, accepteer je alles”, legt hij uit. “Ik zou 75 euro per dag krijgen en een plek om te slapen. Het was koud en ik had een dak boven mijn hoofd nodig. Ik sliep in een magazijn en moest lange dagen werken. Van 7 uur ’s ochtends tot half 7 ’s avonds. In plaats van 75 euro per dag, kreeg ik maar 25 euro. Iedere week had hij wel weer een nieuw excuus waarom hij me niet het hele bedrag kon geven.”
 
Alhoewel Amir zelf weet dat hij wordt uitgebuit, trekt hij niet bij anderen aan de bel. “Niemand denkt dat die marktkoopman slecht is. Hij heeft een heel onschuldig gezicht en praat zacht en vriendelijk. Alleen als je hem echt kent, weet je dat hij twee gezichten heeft.” Meerdere keren wordt Amir bedreigd als hij om zijn geld vraagt. “Hij dreigde dat hij de politie zou bellen. Soms gebruikte hij ook geweld. Dan pakte hij een steen of een mes.” Toch loopt Amir niet weg. “Ik voelde me heel slecht omdat ik geen keuze had. Als ik naar de politie zou gaan, zou ik misschien opgepakt worden omdat ik geen verblijfsvergunning heb. Ik bleef ook omdat ik hoopte dat ik mijn geld zou krijgen. Daarnaast was ik afhankelijk van de slaapplek in het magazijn. En ik schaamde me."

Na zeven maanden van zwaar werk en uitbuiting, ontsnapt Amir uiteindelijk. “Op een dag kregen we ruzie tijdens het werk. Hij bedreigde me met een mes en begon te schreeuwen. Er keken mensen onze kant op. Ik was bang dat de politie zou komen, dus ik vluchtte weg. Mijn geld heb ik nooit meer gekregen.”

‘Alleen zijn is niet goed voor mij’

Na zijn ontsnapping zwerft Amir bijna een jaar op straat rond. Uiteindelijk komt hij terecht bij het project ‘Recht in Zicht’ van het Meeting Point. Een locatie van het Leger des Heils die hulp biedt aan slachtoffers van mensenhandel. “Het Meeting Point heeft mij enorm geholpen. Zonder hen wist ik echt niet wat ik moest doen. Ze hebben contact opgenomen met de politie en hebben me aan een slaapplek geholpen.”
 
Alhoewel Amirs leven er nu een stuk beter uit ziet, heeft hij het moeilijk met alles wat hij heeft meegemaakt. “Als ik alleen ben, ga ik piekeren”, geeft hij aan. “Over mijn familie, mijn ex-vrouw, de uitbuiting. Alleen zijn is niet goed voor mij.” Sinds kort werkt Amir dan ook in de lunchroom van het Leger des Heils: 50|50 Food. Hij geniet van het werken en het contact met zijn collega’s. “Als ik dit eerder had gedaan”, zijn ogen gaan glimmen, “dan was ik nooit in de gevangenis gekomen”. “Ik ontmoet hier zulke goede mensen. We respecteren elkaar.”
 
* Amirs naam is om privacyredenen gefingeerd. Op dit moment is er nog steeds een onderzoek gaande naar de man die hem heeft uitgebuit. Amir is blij met de hulp die hij krijgt in dit hele proces.