Column Arne-Jan Heuveling
Verpleging en verzorging

Bang vloeken

Column Arne-Jan Heuveling

Ik sta in de woonkamer van Ben. Ben wil niet naar het ziekenhuis. Hij zegt een hoop. En ik denk veel terug.

Ben: “Die kl**tzakken daar hebben me slecht behandeld vorige keer.”
Ik denk: de vorige keer was acht jaar geleden.

Ben: “En het is k*nker koud buiten.”
Ik denk: Ach, het is eind maart, ik regel wel een jas.

Ben: “Ik ga mórgen naar het ziekenhuis, dat beloof ik.”
Ik denk: Gisteren ging je ook niet, Ben. Morgen ga je ook niet uit jezelf.

Ben: “En jullie hulpverleners weten niet eens hoe je de tv moet uitzetten hier.”
Ik denk: Ach Ben, ik heb zelf ook een tv.

Ben: “Kijk, jullie komen gewoon en dat vind ik ook niet altijd goed. Maar in het ziekenhuis lopen pas echt vervelende mensen.”
Ik denk: Wij komen al 3 jaar en als we een keer niet komen word je boos.

‘Als je hier blijft zitten en niet naar het ziekenhuis gaat, ga je dood’

Dan begin ik toch te praten. Met iets verheven stem. “Ben, ik ga nu de Eerste Hulp bellen, je móet naar het ziekenhuis.” Ben: “Ik ga niet!” De gebruikelijke reeks ziektes en vloeken blijft uit. Ik kijk hem aan.

Ik zie het wel: Ben is bang. Heel erg bang. Maar dat kan hij niet omzetten in woorden. Als hij zou zeggen ‘Ik ben bang voor het ziekenhuis’, dan zou ik hem vragen waar hij bang voor was. Nu moet ik het horen uit zijn schelden en vloeken. Ik moet horen dat hij niet boos is op mij, maar op de situatie. Dus probeer ik het in zijn taal. Niet volgens de boekjes, maar volgens wat Ben nodig heeft. “Ben, als je hier blijft zitten en niet naar het ziekenhuis gaat, ga je dood. Dat is volgens mij niet wat jij wil. Wij gaan nu de auto in, ik breng je. Het komt goed, echt.”

Een half uur later staan we in het ziekenhuis. Vanwege corona mag ik niet mee het ziekenhuis in. Ik duw zijn rolstoel de Eerste Hulp binnen en zeg, zo luchtig mogelijk: “Succes Ben, tot later!” Als ik naar mijn auto loop ben ik opgelucht. Ik heb Ben naar het ziekenhuis gekregen. Maar ik voel ook ongemak. Want natúúrlijk is hij bang voor het ziekenhuis, Ben is altijd bang voor het onbekende. Ik bid zachtjes of ik hem snel weer op de bank voor zijn tv mag zien.

Arne Heuveling (30) werkt bij het Leger des Heils als OGGZverpleegkundige. Hij komt bij mensen thuis waar vaak niemand anders meer komt. Meestal hebben deze mensen te maken met veel problemen tegelijkertijd.

Strijd met ons mee

Strijd met ons mee