Jeugdbescherming Leger des Heils

Column Jeugdbescherming: Wat zou jij doen?

Jeugdbescherming
Tekst: Roos / Beeld: Erik Borst

In september hebben jeugd- en kinderbeschermingsorganisaties de campagne ‘Wat zou jij doen?’ gelanceerd, waar ik met genoegen aan meegewerkt heb. De vraag wat het werk dan zo mooi maakt, is me de afgelopen periode dan ook regelmatig gesteld. 

Ons werk is uitdagend en kan veel van mij, m’n gespreksvaardigheden, inlevingsvermogen en mijn stressbestendigheid vragen. Omdat ik voor kinderen het verschil kan maken, is dat het voor mij meer dan waard. 

Zo zit ik bij de vijftienjarige Emma aan de eettafel. We kletsen over haar vriendje, over de bijles op school, over make-up en over meer van dat soort tienermeisjes-zaken. Ze lijkt zorgeloos, alsof ze haar onstuimige geschiedenis een plekje heeft gegeven. In elk geval genoeg om druk bezig te zijn met de dingen waar alle tienermeisjes zich mee bezighouden. Drie jaar geleden, toen ik haar ontmoette, was dit wel anders.

Huiselijk geweld

Emma was toen stil en reageerde amper op mijn vragen. Ze leek geen woorden te kunnen geven aan wat er speelde. Emma groeide op in een gezin met een jonger halfzusje, een moeder en een stiefvader. Haar moeder en stiefvader schreeuwden en vochten als ze boos waren. Dat heeft Emma zo vaak gezien dat ze eerst niet begreep waarom ik dat zo erg vond. Maar kinderen die opgroeien met huiselijk geweld lopen meer risico op een posttraumatische stressstoornis. Ze kunnen als volwassenen hun toevlucht zoeken tot verslaving, zelfverwonding of zelfs zelfdoding, als de herinneringen aan het gezinsverleden ondraaglijk worden. Genoeg redenen om Emma te willen beschermen, lijkt me.

Na de zoveelste uitbarsting waarbij de glasscherven door de lucht vlogen, is Emma bij haar oom en tante gaan logeren. Toen ik even later langsging om te kijken hoe het met haar ging, zat de hele familie in de tuin op me te wachten. Emma keek me nauwelijks aan. ‘Zeg het nou maar tegen Roos’, zei haar nicht. Emma barstte in tranen uit. ‘Ik wil niet meer terug naar huis!’ Zo kon ik Emma met een machtiging uithuisplaatsing bij haar oom en tante laten blijven. Uithuisplaatsingen kunnen ook zo gaan.

Moederrol

Nu Emma eenmaal kon vertellen wat er thuis allemaal was voorgevallen, werd duidelijk dat ze hulp nodig had. Emma was zo gewend om de moederrol voor haar zusje op zich te nemen, dat ze niet wist hoe ze kind moest zijn. Ze maakte zich grote zorgen om haar kleine en nog thuiswonende halfzusje. Ook dacht Emma heel slecht over zichzelf en is ze erg somber geweest.

Na veel liefde en steun van haar oom en tante en hulp van een psycholoog zit Emma nu beter in haar vel. Ze is gerustgesteld over haar halfzusje en durft de verantwoordelijkheid over haar veiligheid aan mij toe te vertrouwen. Ik heb gedaan wat ik kon om Emma te laten opgroeien tot een zelfstandige volwassen vrouw die met beide benen in het leven kan staan.

Emma is een van de vele voorbeelden van kinderen die meer kansen krijgen door een jeugdbeschermer als ik. Gelukkig is daar lang niet altijd een uithuisplaatsing voor nodig.