Verpleging en verzorging

De schone schijn

Verpleegkundige Irma vertelt

Verpleegkundige Irma vertelt over het gevoel van tekortschieten dat soms achterblijft als mensen geen hulp willen ontvangen, terwijl ze dat wel nodig hebben. Omdat ze zich dood aan het drinken zijn bijvoorbeeld.

'Via het ziekenhuis kregen we een man aangemeld van begin 60. Hij was redelijk bemiddeld, had een goed leven gehad en altijd gewerkt. Maar na zijn scheiding tien jaar geleden was hij de grip op zijn leven kwijtgeraakt. Hij verwaarloosde zichzelf, trok zich steeds meer terug in huis en dronk flink. Na een val werd in het ziekenhuis het Wernicke syndroom geconstateerd. Zo werd hij bij ons aangemeld, vooral om vinger aan de pols te houden en te waken voor een terugval.’

Slaap je roes maar uit

‘Deze cliënt was zorgmijdend en dat werd snel duidelijk. Hij gaf aan dat hij geen zorg nodig had en dat alles goed ging. Toch verloor hij gewicht, was hij vervuild en maakte hij een verwaarloosde indruk. De maanden verstreken en hij ging zichtbaar achteruit. Op een vrijdag zag hij er anders uit dan anders. Ik kreeg een niet-pluisgevoel. Daarom zocht ik helaas tevergeefs contact met de huisarts.

Toen ik maandag weer kwam stond de voordeur open en zag ik twee boa’s in de gang. Mijn cliënt lag op de grond tussen de muur en zijn scootmobiel. De boa’s kregen hem niet overeind en hadden de ambulance gebeld. Toen die arriveerde lukte het om meneer in bed te helpen. De ambulancebroeders namen de temperatuur op maar deden verder geen controles. Ze zeiden wat lacherig dat meneer zijn roes maar moest uitslapen en straalden daarmee uit dat hij geen verdere zorg verdiende.’

‘Op een vrijdag zag hij er anders uit dan anders. Ik kreeg een niet-pluisgevoel’

Hij leefde nog, maar nauwelijks

‘Ondanks zijn slechte conditie bleef hij hulp weigeren. Het voelde niet goed om hem zo achter te laten, maar hij verzekerde dat hij zou bellen als hij zich bedacht en toch hulp nodig had. Maar bij het volgende zorgmoment deed hij niet open en het daarop volgende ook niet. Ook de huisarts kreeg geen contact. Toen we met de politie naar binnen gingen, lag hij daar. Hij leefde nog, maar nauwelijks. In het ziekenhuis is hij dat weekend overleden, gelukkig met zijn stiefkinderen naast zijn bed. Zijn zus was net op tijd terug van vakantie. Dat zij aan zijn sterfbed bij hem waren, vond ik heel mooi.’

Hebben we alles gedaan?

‘Ik blijf achter met een dubbel gevoel. Deze man hield de schone schijn op, maar wist hij dat hij zichzelf dood aan het drinken was? Ik heb niet het idee. Ik weet dat we hebben gedaan wat we konden, maar toch voelt het alsof hij beter geholpen had moeten worden. Dat maakt dit werk moeilijk en soms treurig. Natuurlijk hebben mensen een eigen verantwoordelijkheid, maar de kracht van verslaving is zó sterk, je ziet het echt aan mensen trekken. Met grote gevolgen.'