De zon staat al laag aan de hemel, als Erik, Jaap en Nathan het terrein van het Leger des Heils oplopen. De drie mannen gaan vanavond op pad met de soepbus in Zwolle. Jaap: “Het is mooi om heel praktisch iets te kunnen doen voor je medemens.
Het pand van Leger des Heils 50|50 aan de Dijkstraat ligt er verlaten bij. De soep die vanavond uitgedeeld kan worden, staat al klaar in grote ketels. Nathan: “Overdag werken op deze locatie mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Zij maken de soep die we uitdelen. Vandaag is het groentesoep.” Alle drie de mannen doen dit vrijwillig. Eens per maand stappen ze met elkaar een avond op de bus om soep en brood uit te delen aan dak- en thuisloze mensen in Zwolle.
Zachte bolletjes
Voor ze daadwerkelijk de straat op gaan, moet de bus nog worden ingeladen. Erik: “En we halen wat brood bij de stadsbakker. Wat zij over hebben aan het einde van de dag, mogen wij gratis ophalen en uitdelen.” Als drie grote koffiepotten zachtjes pruttelen en zich langzaam vullen, springen de mannen vast in de bus om het brood op te halen. “Goedenavond!” Als Nathan bij de bakker binnenloopt, staan er al twee grote bakken met brood klaar. Van luxe broodjes tot zachte bolletjes - alles wat over is mag mee. “Veel zachte bolletjes deze keer, dat is mooi”, zegt Jaap. “Dat vinden de meeste mensen het lekkerst.” Eenmaal terug op locatie wordt de bus verder ingeladen en zijn de mannen klaar om naar de eerste stop te rijden: Zwolle-Zuid.
Bij een buurtcentrum, tussen de flatgebouwen, parkeert Jaap de bus. Er staat al een aantal menesen te wachten. “Ha Cor! Goed je te zien. Trek in een lekker soepje?” Terwijl Nathan begint met het uitdelen van soep, mengen Jaap en Erik zich tussen de mensen. Ze luisteren aandachtig naar wat ze te vertellen hebben. Ze delen boterhammen en broodjes uit. Sommigen kennen de vrijwilligers al, zoals Gerrit: “Ik kom hier al vijftien jaar. Hoewel ik een eigen woning heb, blijf ik langskomen. Dan heb ik even een praatje.”
Oost-Europeanen bij de Soepbus in Zwolle
Terwijl het op straat steeds donkerder wordt en de meeste mensen binnen zijn, rijdt de soepbus verder naar de tweede locatie. Aan de rand van het centrum parkeert Jaap de bus pontificaal op de stoep. Dat levert geen problemen op: met de soepbus mogen ze er gewoon staan. Ook hier staat al een groep mensen te wachten. Erik: “Op deze plek, in het centrum, zien we meer mensen uit Oost-Europa. Zij hebben geen recht op andere voorzieningen, dus als ze op straat staan, hebben ze weinig opties.”
'Gewoon even vragen hoe het met iemand gaat, kan al wonderen doen.'
Een van die mensen is Girteras, een man uit Litouwen. Hij heeft een wilde baard, zijn ogen zijn verstopt achter de cap van zijn pet die hij ver naar beneden heeft getrokken. “Ik leef nu al twee maanden op straat. Ik ben mijn papieren kwijt, niemand wil me helpen.” Hij vertelt dat hij naar Nederland kwam om jazzpianist te worden. Dat is niet gelukt, zijn auto ging kapot en zijn geld is op. In gebroken Engels blijft de man praten. Over vroeger, zijn thuisland, familie. De geur van alcohol verraadt wat hij eerder op de dag heeft gedaan. “Ik ben heel blij met het Leger des Heils. Meestal loop ik de hele dag rond, te praten in mezelf. Deze paar minuten dat ik mijn verhaal kwijt kan, zijn goud waard. Dan kan ik er echt weer even tegenaan.” Ook Jaap merkt dat het menselijk contact een belangrijk onderdeel is van het werk. “Gewoon even vragen hoe het met iemand gaat, kan al wonderen doen.”
Ruim delen
In totaal staat de soepbus in Zwolle per avond op drie plekken. De laatste stop, een rustige, is op een klein parkeerplaatsje aan de rand van de stad. Vier mensen staan te wachten. Brood en soep worden rijkelijk uitgedeeld. “Wil iemand nog een extra boterham?” Nathan reikt met wat plakjes brood naar de mensen rondom de bus. De oproep vindt gehoor. Een van de mensen, een Poolse man, loopt op Nathan af. “Yes, please”, zegt de man vriendelijk. “No problem, what do you want?”, vraagt Nathan. Met een extra paar boterhammen en een emmertje soep om mee te nemen, loopt de Poolse man tevreden weer weg. Erik: “We delen het liever ruim uit, dan dat we weer veel mee terug moeten nemen. Mensen krijgen gewoon waar ze om vragen.”
Contact
Waar ze ook staan, de mannen maken met iedereen een praatje, vragen geïnteresseerd hoe het met iedereen gaat, en luisteren naar de verhalen. Alle drie doen ze in het dagelijks leven iets heel anders, toch gaat het contact hen makkelijk af. Ze kennen de vaste bezoekers en denken mee als er vragen zijn. Het is duidelijk dat de soepbus meer is dan een uitdeelpunt van eten en drinken. Het gaat om contact, om mensen laten voelen dat ze gezien en gehoord worden. Dat ze ertoe doen.
Geslaagde avond
Als iedereen genoeg op heeft, ruimen de mannen voor de laatste keer deze avond de bus weer in. Rond half tien zijn ze terug op de 50|50 locatie. Nog even afwassen, en dan kunnen ze zelf ook naar huis. “Het was een geslaagde avond,” zegt Nathan tevreden. “We misten wel een paar vaste bezoekers. Je weet natuurlijk nooit wie er komen opdagen. Soms hebben ze opeens een plek waar ze kunnen verblijven.” Dat is het werk van de soepbus ten voeten uit: gaan en kijken wat er gebeurt, wie je tegenkomt.
Over drie dagen gaat de bus opnieuw de stad in,
voor vanavond zit het erop.
Steun het werk van de Soepbus
Juist tijdens de donkere dagen aan het einde van het jaar, is contact belangrijk. Waar heel Nederland zich opmaakt voor de feestdagen, zijn sommige mensen afhankelijk van de soepbus. Er wordt dan extra aandacht besteed aan deze mensen. Coördinator van de soepbus Sietske legt uit: “Van een oliebollenkraam krijgen we vijf dagen per week gratis oliebollen, die we kunnen uitdelen aan alle bezoekers van de soepbus. Daarnaast organiseren we een kerstdiner voor iedereen en krijgen ze allemaal een kerstpakket. Zo proberen we toch iets extra’s te doen."
Wil jij het belangrijke werk van de soepbus ondersteunen?