Blaffende honden bijten niet, maar dit exemplaar ziet er alsnog gevaarlijk uit. Zijn nekharen staan overeind. De mijne ook. Ik heb een afspraak met de bewoonster van dit appartement, maar in plaats van deze mevrouw verschijnt er een woest uitziend dier achter het raampje bij de deur. Na enige innerlijke strijd bel ik nog maar eens aan en dan komt ze toch gekleed in een pyjama aan de deur. Het is 10 uur ’s ochtends.
''Ik houd mijn adem in als ze de deur opent''
Ik houd mijn adem in als ze de deur opent. ‘Je hond ziet er gevaarlijk uit.’ Mevrouw vertelt me dat het huisdier een hart van goud heeft en alleen bijt als zij wordt aangevallen. Aangezien ik geen intenties heb om dat uit te testen, besluit ik het er op te wagen. En tot mijn grote opluchting verdwijnt de viervoeter naar het balkon.
‘Wist je dat ik om 10 uur langs zou komen, of heb je andere plannen voor vandaag?’
‘Ja, dat wist ik.’
‘Sliep je nog?’
‘Ja.’
Mevrouw kleedt zich aan, verzorgt een ontbijt voor hond, kat en zichzelf en zet een kopje thee voor mij. ‘Vind je het goed als ik hier straks de IQ-test afneem?’ vraag ik, wijzend naar een tafel die plek biedt aan zoveel spullen dat mijn kopje thee er niet meer bij past. Laat staan een testkoffer.
De tafel wordt geschikt bevonden en tijdens het ochtendritueel van mevrouw ruim ik de tafel leeg. Het duurt een tijdje en mijn onrust neemt toe. Tijdens deze beproeving van mijn geduld herinner ik mezelf een paar keer aan het nut van observaties bij het uitvoeren van diagnostisch onderzoek. Tegen de tijd dat ik de IQ-test start, wijst de klok 11.15 uur aan. Met een behoorlijke hoeveelheid observaties rijd ik een uur later ongeschonden weer naar huis.
Grytsje Talsma (32) werkt als gedragswetenschapper bij het Leger des Heils. Ze is verbonden aan een Beschermd Wonen-locatie en voert daarnaast diagnostisch onderzoek uit bij cliënten van het Leger, in het noorden en oosten van Nederland.