Dubbelportret
Reclassering

‘Van eigen cel naar eigen huis via Housing First’

Folkert Koelewijn

Ramon zag de meeste gevangenissen van binnen, maar vandaag komt de politie bij hém op bezoek, op zijn verjaardag. In zijn eigen huis, dankzij het Housing First-programma van het Leger des Heils. “Mijn hart was te groot, ik liet iedereen toe.”

Waar kom jij vandaan?”, vraagt Ramon aan zijn bezoek. “Aha, daar heb ik nog vastgezeten. In heel Nederland eigenlijk, van boven naar beneden, van oost naar west. Zaandam was de beste bajes. Daar had ik honderdvijftig televisiekanalen, een magnetron op de cel, een koelkast, een telefoon en een douche! Alsof ik thuis was.”

Oorkonde

Nu hij een eigen huis heeft, is Ramon pas echt thuis. Hij woont hier ongeveer een jaar, en vandaag tekent Ramon het contract. Dat is dubbel feest, want het is ook nog zijn verjaardag. Zestig wordt Ramon, al voelt hij zich pas 37. Sporten houdt ‘m jong, net als de marihuana, die hij de hele dag rookt. Lachend wijst hij naar een oorkonde op tafel met de tekst: ‘’s Werelds meest fitte zestigjarige.’ Zijn begeleider Marita (56) helpt hem vandaag met Surinaams koken. De vriendin van Ramon scharrelt wat rond. Of nou ja, vriendin... Wat dat precies inhoudt, laat Ramon in het midden. “Ik heb zo veel vriendinnen. Ik heb Amber, ik heb Brenda, ik heb Cindy, ik heb Esther, ik heb Harriët, ik heb Desi, ik heb Karin. Moet kunnen. Een bij moet z’n werk doen, haha!”

‘Mama’ Marita

Ramon werd geboren in Suriname, z’n moeder voedde hem op. Marita is ook Surinaams, misschien klikken ze daarom zo goed. Op Ramons zestigste verjaardag mag zij natuurlijk niet ontbreken. Jaren geleden ontmoetten ze elkaar voor het eerst, in Domus Flevoland. Ramon wilde Marita graag als begeleider, omdat ze hem meer kan vertellen over zijn Surinaamse roots. ‘Mama’, is Ramon haar gaan noemen, uit respect. Niemand kon hem wat maken, maar als ‘mama’ hem een timeout gaf, gehoorzaamde hij braaf. Marita: “We hebben altijd contact gehouden, ook toen hij op straat leefde. ‘Mama, kun je iets voor me regelen’, zo ging dat. Als ik hem nu tegenkom, zegt-ie steeds: ‘Mama, ik ben het Leger des Heils zó dankbaar voor m’n huis’. Sinds hij een huis heeft, is hij rustiger geworden, verbaal minder agressief.”

Wat ze nu nog voor elkaar betekenen? Ramon: “Ze houdt me in de gaten. Als ik te mager of te dik word, zegt ze er wat van.” Marita: “Het vertrouwen is er dat hij alles met me kan delen. En ik help hem met telefoontjes en afspraken.”Ramon: “Ja, want die vergeet ik vaak.”

Notoire winkeldief

Ramon kent Suriname niet, want hij kwam als kind naar Nederland. “Ik ging er alleen naartoe om kwaaie dingen te doen. Ja, bolletjes slikken, gek. Ik had twee kilo in m’n buik. Als je gepakt werd, moest je het afgeven en mocht je weer verder. Later werden ze strenger en ben ik opgepakt. Ik heb een lange politiegeschiedenis, ik sta bij hen bekend als ‘die lange zwarte’. De politie komt trouwens ook straks. Já man, ik heb politievrienden.” Op zachtere toon: “Ik was een notoire winkeldief. De hele Douglas heb ik leeggeroofd, dat verkocht ik weer door. Ray-Banbrillen stal ik ook. Mijn truc? Gewoon meenemen! Nee, er ging geen alarm af. Gewoon folie erover. Ik had een folie-jas, een folie-tas, makkelijk jongen. Of ik spijt heb? Nee, ik heb geen berouw. Het was mijn keuze, ik heb niemand vermoord. Ik slaap lekker, man.”

Housing First

Een eigen plek doet Ramon zichtbaar goed. Dat is precies de bedoeling van Housing First: een vorm van begeleid wonen waarbij de deelnemer éérst een huis krijgt (in plaats van een plek in de opvang) en daarna verder wordt begeleid. Afgelopen jaar heeft Ramon maar één keer een taakstraf gehad – peanuts voor iemand met zijn cv. “Ik heb vaker huisjes gekregen, maar die raakte ik ook weer kwijt. Deze niet. Het verschil? Ik help niemand meer. Mijn hart was te groot, ik liet iedereen toe. Maar toen ík op straat stond, hielpen ze mij niet.”

“Wat wil je?”, vroegen ze. “Een huis”, zei ik. Als je een huis hebt, kun je verder met je leven.

Klaar met die ongein

Ramon doorliep uiteindelijk meer dan twintig trajecten bij het Leger des Heils. Van winteropvang naar dag- en nachtopvang, begeleid zelfstandig wonen, gevangenissen in en uit, terug naar de nachtopvang – en weer opnieuw. Ramon was niet onhandelbaar, maar veel scheelde het niet. Ramon snapt wel dat men zich zorgen maakte. “Intimiderend, dat was ik.” Op een gegeven moment kwam de reclassering van het Leger des Heils hem opzoeken in de bajes. “Wat wil je?”, vroegen ze. “Een huis”, zei ik, “ik ben klaar met die ongein. En zo is het gegaan. Als je een huis hebt, leef je niet meer op straat en komen ze niet meer op je af: heb je speed, heb je coke? Dan kun je verder met je leven.” 

Marita en Ramon gaan gauw verder met het tentoonspreiden van hun Surinaamse kookkunsten, want er is visite onderweg. Een vriend (“Nee, familie!”, zegt de vriend) die Ramon nog kent van de straat is al gearriveerd. En die politie? Wie weet eten ze straks een hapje mee.

Dubbelportret