De van oorsprong Somalische Rahma maakte veel huiselijk geweld mee. Haar ex zette haar het huis uit, Rahma raakte verslaafd en psychisch in de knoop. Er is weinig nodig om haar een glimlach te ontlokken, al worstelt ze nog steeds.
Rahma (55) ligt op haar zij in bed, in haar eigen kamer. Foto’s waar ze op schittert – met vriendinnen, pannenkoeken bakkend – sieren muren en de deur. Recent heeft ze vanwege haar diabetes prikjes in haar ogen gekregen in het ziekenhuis. Hier in de Majoor Bosshardtburgh wordt ze goed verzorgd en krijgt ze de nodige medicatie. Maar er is meer, zegt Rahma. “Ik heb ook psychische problemen, al vijftien jaar. Waar ik last van heb? Ik hoor stemmen. ‘Pleeg toch zelfmoord’, zeggen die. Dan zeg ik: ‘Nee, ga weg! Ik maak jou wel dood!’
Begeleider Hanneke knikt haar deelnemer liefdevol toe. “Goed zo, Rahma.”
Rahma: “Door de tabletten hoor ik die stemmen niet meer zo vaak, ik droom vooral nog. Fijne dromen, ja; party, disco, lekker koken, gezellig.”
Wandelen via maatjesproject
“Ik werk bij 50|50 in Amsterdam-Noord, in de tuin. En ik maak zelf mijn kamer schoon en doe de was. Elke woensdag spreek ik af met iemand van het maatjesproject. Dan gaan we samen wandelen, spelletjes doen – Rummikub – of eten. Haar twee kinderen neemt ze weleens mee. Zelf ga ik ook weleens wandelen.”
Hanneke begint te lachen en kijkt Rahma quasi-streng aan. “Je mag niet meer bedelen, hè!” Rahma, verontschuldigend: “Ik krijg nog maar dertig euro per week, vroeger was dat zestig.” Wijzend op de rookwaar op tafel: “Een pakje sigaretten kost al acht euro! Maar ja, stress, hè. Elk nieuw jaar wil ik weer stoppen, maar het lukt niet.”
“Die man deed BOEM tegen mijn buik.”
Babysitter in Rome
Rahma gaat rechterop zitten als Hanneke haar vraagt hoeveel talen ze kent. “Een beetje Engels, een beetje Nederlands, een beetje Arabisch, een beetje Somalischen een beetje Italiaans. Vijf talen. Ik heb tien jaar in Rome gewoond. Daar was ik babysitter. Ik bracht kinderen naar het zwembad en naar school en ik waste hun kleding. Of ik zelf ook kinderen heb? Nee, ik heb drie miskramen gehad.”
Rahma maakt een schoppende beweging. “Die man deed BOEM tegen mijn buik. Hij had andere vrouwen, mijn vriendinnen, en zette mij uit huis. Tot die tijd had ik alles: een koelkast, wasmachine, magnetron, koffieapparaat, tostiapparaat, waterkoker, bad, bed, computer, kasten – alles! En ik had dure kleren, die heb ik allemaal achter moeten laten. Bij het Leger des Heils kreeg ik nieuwe kleren.”