Eens een crimineel, altijd een crimineel?

Een column uit de reclassering

Reclassering

Toen ik hem voor het eerst sprak, was ik verrast. Wat een aardige jongen! Hoezo was ik daar eigenlijk verrast over? Tja, zijn dossier. Een flink strafblad, veel agressie, handel in harddrugs. En alle telefoontjes die ik al kreeg voordat ik hem gesproken had. Van het veiligheidshuis, de politie, de gemeente. Deze jongen was één van de kopstukken van de plaatselijke drugsscene.

Hij is opgegroeid in de slechtste buurt, het centrum van de drugshandel. Die buurt was regelmatig in het nieuws wegens (schiet)incidenten, politie-invallen en brandstichting. De gemeente heeft er een speciale aandachtsfunctionaris voor aangesteld. Ook de politie en het veiligheidshuis hebben hun focus op die buurt en de criminele scene die daar actief is. Waartoe deze jongen behoort. En ook zijn broers en vader zijn al jaren bekend bij politie en Justitie. Een eerder reclasseringstoezicht is mislukt. Wat kan dit toezicht dan nog bijdragen?

Eerst maar eens gewoon kennismaken en praten. Verrassend dus, want hij is vriendelijk en heel open. Niet iemand die zich eruit probeert te praten of die eromheen praat, maar iemand die gewoon vertelt hoe het zit. Volgens hem. Hij vertelt dat hij een heel lastig jongetje was. Hij had ADHD. Zo’n jongetje dat dingen pakte zonder te vragen of dat mocht en die dingen dan vaak ook nog kapot maakte en die ook altijd erdoorheen tetterde als andere mensen in gesprek waren. Die altijd nog nèt even doorging als hij moest ophouden.


Bewuste keuze

“Ik was echt een ettertje”, zegt hij, “daarom moest ik naar een ZMOK-school. Voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen. En daarna werd ik nergens toegelaten. Ik wilde heel graag een MBO doen, met zo’n leerwerktraject, maar niemand nam me aan. Als ze mijn naam zagen, mijn achtergrond en de school waar ik af kwam, wilden ze al niet eens met me praten. Ik heb echt moeite gedaan en me meerdere keren aangemeld. Maar steeds afgewezen. Dus wat kon ik doen? Ik kende die handelaren natuurlijk wel van de straat. En ik wilde ook geld kunnen verdienen. Daarom heb ik bewust besloten om de drugshandel in te gaan. En daar gelden nou eenmaal andere regels. Natuurlijk waren ze toen bang voor me. Kijk ik ben ook niet echt klein uitgevallen.”                            

Ik vraag hem wat hij nu wil. "Nu heb ik een ander besluit genomen. Al twee jaar heb ik mijn eigen bus en bezorg ik boodschappen en spullen voor de bouw. Dit is wat ik leuk vind en ik heb het heel druk. Geeneens tijd voor andere dingen. Ook goed voor mijn ADHD, veel op pad en vaak flink sjouwen. En ik verdien hartstikke goed.” Als ik hem vraag hoe hij hier dan weer terecht is gekomen, zegt hij: "Ik ga geen vrienden verraden. Ze hebben mij ook altijd geholpen.”

Droom

Ik vraag hoe hij zijn toekomst verder ziet, wat is zijn droom? Hij wil dit werk blijven doen. Misschien zou hij nog wel een korte opleiding of cursus logistiek willen doen en zijn bedrijfje uitbouwen met meer bussen en mensen in dienst nemen. Als hij genoeg heeft gespaard wil hij naar Marokko om een klein cafeetje te openen in een dorp. Dan heeft hij inkomen en kan hij langer met zijn spaargeld doen en het lijkt hem ook heel gezellig, want iedereen ontmoet elkaar daar in zo’n cafeetje, dus je hoort altijd alles wat er speelt.

Is dat nou de droom van een ‘keiharde’ drugscrimineel? Hij vertelt ook over zijn frustratie, dat hij àltijd wordt aangehouden door de politie. Vaak wel vijf keer per week. Soms zelfs twee keer op een dag. En wie met hem gezien wordt, is bij voorbaat al verdacht en wordt ook voortdurend staande gehouden. Laatst was hij met zijn neef, die nooit iets crimineels heeft gedaan, keurig een opleiding afgemaakt en nu een vaste baan, maar omdat hij erbij was, werd de hele auto van zijn neef doorzocht.


Wijkagent

“Maar dat zal uiteindelijk ophouden als je geen delicten meer pleegt.” Hij gelooft er niets van. “Ze geloven je nooit, al verdien je al tien jaar eerlijk je geld. En de goede agenten vind ik geen probleem. Die behandelen je met respect. Maar sommige beginnen al meteen te dreigen dat ze wel weten dat ik drugs bij me heb en dat ze me wel zullen pakken. Nou dan ga ik hun ook irriteren tot ze me meenemen naar het bureau, want ik weet dat ze toch niks vinden en me weer moeten laten gaan.”

Een paar dagen later spreek ik met de wijkagent, een wat oudere en ervaren politieman. Ik vertel hem over de frustratie en irritatie van mijn cliënt. En over zijn droom. De wijkagent is blij met mijn verhaal. Hij vertelt dat er de afgelopen tijd veel nieuwe, beginnende agenten zijn bijgekomen. Die moeten nog leren in de praktijk. Ze weten nog niet altijd de juiste inschatting te maken of de goede toon te vinden. Goed om daar wat meer aandacht aan te besteden. En hij zal ook eens op huisbezoek gaan om met deze jongen te praten. Misschien moet het beeld over hem toch worden bijgesteld. Eens een crimineel hoeft niet altijd een crimineel te zijn.

Iedere maand delen onze columnisten uit de reclassering wat zij meemaken in een zelfgeschreven column. Ze nemen je mee in hun dagelijkse werkzaamheden en schrijven op een eerlijke en creatieve manier over wat hen bezighoudt. Op de hoogte blijven van nieuwe verhalen? Volg ons dan op LinkedIn!