Einde hoofdstuk. Of toch niet?

Column uit de reclassering

Reclassering
Tekst: Sofie Derks

Hij ontkende. Van begin af aan was hij daar stellig over. Na jarenlange gevangenisstraf nog steeds. Ik heb het níet gedaan. Ik ben onschuldig. Nee, echt niet. Ik heb die vrouw niet gedood. Een lange stilte. Gelooft u mij?

Geloof ik hem? Pff, dat is nogal een lastige vraag als er blijkbaar bewijs voorhanden was, hij schuldig werd verklaard, hij daar een straf voor kreeg. Maar waar hij anderzijds zo overtuigd is van zijn onschuld, een kwetsbare jongen is met een licht verstandelijke beperking, waar makkelijk misbruik van gemaakt had kunnen zijn. Een onmogelijke vraag! Die ik dus ook echt niet kon beantwoorden.

Als hij het wel gedaan had, was daar in ieder geval heel moeilijk een voorstelling van te maken omdat hij op een aandoenlijke manier vriendelijk en meewerkend was. Hij vond betaald werk, hij rondde zijn behandeling positief af, ging akkoord met de woonplek die wij voor hem bedacht hadden. Daar deed hij het zo goed dat hij zelfs een omklapwoning kreeg van de Woningbouw.

De veroordeling liet hij achter zich. Althans ogenschijnlijk. Hij wilde daar in ieder geval nauwelijks nog over praten en vooral vooruit kijken. Hij vergeleek zichzelf met Lucia de B., de kinderverpleegkundige die in 2010 werd vrijgesproken wegens rechterlijke dwaling. Hij was de mannelijke versie daarvan. Het leek wel alsof hij er op vertrouwde dat hij ooit zijn gelijk zou krijgen en besloten had tot die tijd ‘gewoon’ zijn leven op te pakken. Of had hij zichzelf zo vaak verteld dat hij onschuldig was, omdat de waarheid te pijnlijk was om te verdragen, dat hij er zelf in was gaan geloven? Of hadden we hier te maken met een rasechte psychopaat?  

Soms fantaseerden mijn collega en ik over scenario’s dat hij uiteindelijk toch zou opbiechten dat hij het had gedaan. Lugubere scènes uit The Silence of the Lambs passeerden de revue, waarin Hannibal Lecter de detective doordringend aankijkt en beschrijft hoe hij iemands lever had opgegeten met een glas wijn. Zo angstaanjagend, zo smerig. Het zou toch niet waar kunnen zijn dat onze Sjoerd ineens een verhaal uit de doeken zou doen dat hij iemand van het leven had beroofd? Onvoorstelbaar. We speculeerden ook over het moment waarop hij dat dan zou zeggen, bijvoorbeeld één dag voor het aflopen van zijn proeftijd of juist één dag daarna? Als hij echt zo gewiekst was om zo’n groot geheim zo lang verborgen te houden, dan zou hij ook een handig moment kiezen voor zo’n schokkende bekentenis.

Maar de twijfels bleven keer op keer de kop opsteken. Dit is namelijk ook de jongen die schattige opnames liet zien van een zelfgemaakte rap-video. Met zo’n achtergrond van een tropisch strand, waar hij zichzelf overduidelijk voor had ‘geplakt’. Als een kinderlijk kunstproject. Dit is ook de jongen die mij meenam naar zijn werkplek om te laten zien hoe blij hij daar mee was en waar we samen basketbalpunten hebben staan scoren. Dit is ook de jongen die thuis vogeltjes verzorgde en ze zo goed had getraind dat ze bij hem op de borst kwamen zitten als wij hem thuis bezochten. Hij hield me trouw op de hoogte van de volgende toffe truc die hij de vogeltjes had aangeleerd.

Dit is ook de jongen die zijn toezichttermijn positief voltooide. Op mijn bureau trof ik even later een setje Arabische theeglazen aan, zonder briefje of iets. Maar ik wist meteen dat het van hem was. Ik checkte bij mijn collega: “van Sjoerd?” “Ja! Als bedankje, goed geraden!” Maar nog altijd geen bekentenis. Ook geen vrijspraak met terugwerkende kracht. Ik heb nog steeds geen antwoord op zijn vraag of ik hem geloof. Wat overblijft is een mysterie. Een voor nu gesloten hoofdstuk met een open eind. Thee uit een leuk glaasje er bij. En wie weet, ooit een boek in de winkel of een film op tv, over het verhaal van Sjoerd. Net als Lucia de B.

 

Over Sofie
Soms omvat een werkdag zware stof om te verteren. Maar als ik met anderen praat over hun verkoop van ‘iets’ of het behalen van één of andere target, hoor ik dat mijn werkdagen vaak ook kunnen klinken als komische cartoons. En dan ben ik dankbaar om onderdeel te zijn van de chaos, de verdrietige werkelijkheden, de felle discussies die soms nodig zijn om muren af te breken, en het lachen met collega’s om wat we allemaal meemaken. Nu vier jaar werkzaam als reclasseringswerker bij het Leger des Heils neem ik, wie het lezen wilt, graag mee in deze bijzondere belevingswereld. Weer eens wat anders dan een formeel geanalyseerd advies aan een rechtbank, ook fijn!

Iedere maand delen onze columnisten uit de reclassering wat zij meemaken in een zelfgeschreven column. Ze nemen je mee in hun dagelijkse werkzaamheden en schrijven op een eerlijke en creatieve manier over wat hen bezighoudt.