Binnen Simba Familiezorg heeft het versterken van families waar een kind uit huis is geplaatst de hoogste prioriteit. 'Een kind hóórt bij zijn eigen familie. Simba Familiezorg streeft ernaar dat kinderen minder vaak uit huis geplaatst worden en dat na een uithuisplaatsing de band met familie behouden blijft, versterkt wordt en/of gewerkt wordt aan terugkeer naar huis.'
Sinds februari 2024 is het Leger des Heils Alliantiepartner van Simba Familiezorg. Jeugdzorgwerkers Debby en Mirjam zetten de Simba werkwijze in binnen verschillende trajecten en zijn enthousiast. Mirjam: ‘Wij geloven er helemaal in, wij gunnen elk kind in de jeugdzorg een Simba-traject.’
Al voor het Leger des Heils een officiële partner van Simba werd, draaiden ze allebei mee in een pilot. Ze volgden een achtdaagse opleiding Systemisch Begeleider en werden ‘on the job’ gecoacht door een ervaren Simba-werker. Ondertussen kunnen ze zich bijna niet meer voorstellen dat ze niet met de Simba werkwijze zouden werken. Debby: ‘Ik ben echt van mening dat je kinderen zo veel mogelijk thuis moet laten wonen, ik ben daar anders naar gaan kijken’.
Opnieuw kijken
De laatste jaren is binnen de jeugdzorg meer aandacht gekomen voor het belang van het gezin waaruit een kind komt. Mirjam: ‘Uiteindelijk hoort een kind gewoon bij zijn ouders. Er zijn situaties waarin het echt niet kan, maar soms kan ook die situatie veranderen en ontdekken we nieuwe mogelijkheden. Door Simba leer je opnieuw te kijken.’
Wat is de Simba werkwijze
Het mooie aan deze werkwijze is dat je écht focus kunt aanbrengen. We werken met een familiebegeleider en een systeemcoach. De familiebegeleider heeft de tijd om vanuit een open en nieuwsgierige houding met ouders en kinderen in gesprek te gaan. Er is minder afleiding, doordat zij zich niet bezig hoeft te houden met andere levensgebieden als; financiën, gezondheid, dagbesteding e.d. Ze gaat samen met ouders ontdekken welke krachten er al liggen. Soms hebben ouders hun krachten zelf al lang niet meer in beeld, bijvoorbeeld doordat ze het gevoel hebben te falen, of alleen nog vechten voor een terugplaatsing, maar die krachten zijn er nog wel.
Er is in de trajecten veel aandacht en ruimte voor het (levens)verhaal tussen ouders en kinderen, dit geeft vaak wederzijdse erkenning, een zachtere blik. De familiebegeleider schroomt niet om met kinderen en hun ouders moeilijkheden van een uithuisplaatsing te bespreken, vanuit beide kanten wordt er vaak schuld en schaamte ervaren. Openheid en het hardop kunnen uitspreken van die gevoelens kan hierbij helend werken.
De systeemcoach is meer op de achtergrond aanwezig en kan rust brengen wanneer het spannend is, zij is hierin een onafhankelijk verbinder voor alle partijen.
Maatwerk
De familiebegeleider ondersteunt ook door bijvoorbeeld advies te geven over opvoeding of door netwerkversterking. Altijd gericht op krachten in het gezin of systeem. Als het netwerk om het gezin heen sterker betrokken wordt, is het misschien wél mogelijk dat een kind terug naar huis keert. Hulpverleners zijn tijdelijk betrokken bij een kind, terwijl een kind altijd dezelfde ouders blijft houden. Des te belangrijker ouders te ondersteunen en ervoor te zorgen dat zij hun rol goed kunnen vervullen.
Er is binnen een Simba-traject veel tijd beschikbaar voor het gezin: zo’n 10 à 12 uur per week. Debby: ‘Doordat ik veel uren heb, voelen ouders zich gesteund. Ze weten dat ze een back-up hebben, ook op crisismomenten buiten kantooruren’. De Simba werkwijze sluit aan bij de behoeften van ouders, door maatwerk te bieden.
Mirjam: Soms gaat het om een traject om een jongere volledig of deeltijd terug naar huis te krijgen, maar in een andere situatie is het misschien wel nodig dat je ervoor zorgt dat twee zusjes die op verschillende locaties wonen elkaar kunnen zien. Of dat een kind weer contact krijgt met zijn vader.’
‘Moeders kunnen het het beste’
Debby vertelt over een jongen die al op zijn achtste uit huis geplaatst werd (inmiddels is hij 16), maar later weer bij zijn moeder is gaan wonen. Er was kortgeleden sprake van dat hij opnieuw uit huis geplaatst zou worden. Debby heeft zich hard gemaakt om juíst de mogelijkheden te bekijken om hem bij zijn moeder te laten wonen. ‘Door in het Simba traject moeder te versterken in haar rol, vertrouwen uit te spreken, durfde ze weer meer zelf te bewegen.’ Wij wilden al heel lang een maatje voor deze jongen regelen, maar dat lukte niet. Uiteindelijk heeft deze moeder zelf binnen een week een maatje geregeld, via de kerk. Onlangs zei deze moeder tegen het maatje van de jongen: “Moeders kunnen het écht het beste”. Ze groeit in het opvoeden van haar zoon.’