Gedragswetenschapper in de vrouwenopvang

Werken Bij Tekst: Charlotte van Egmond / Beeld: Arnold Reyneveld

Als dochter van een tropenarts groeit de van oorsprong Vlaamse Lydia op in West-Afrika, waarna ze op een internaat in Duitsland belandt. "Ik had unieke jeugd met veel wisselingen", vertelt ze. "Wat doen die wisselingen met je eigen ontwikkeling? De studie pedagogische wetenschappen sloot mooi aan op die vraag." Nu werkt ze als gedragswetenschapper bij de vrouwenopvang van het Leger des Heils. 

Na haar jeugd start Lydia eerst met de opleiding verpleegkunde. Halverwege het tweede jaar besluit ze te stoppen. "Het was een aha-moment: ik wil niet voor het zieke kind zorgen, maar voor het gezonde kind in een zieke omgeving." Zo komt ze terecht bij de studie pedagogische wetenschappen. Op een bruiloft die Lydia fotografeert, wijst de moeder van de bruid haar op de vrouwenopvang in Den Haag. Na enkele sollicitatiegesprekken begint ze daar als gedragswetenschapper. Op een geheime locatie, voor de veiligheid van de vrouwen. "Wanneer een vrouw uit een streng islamitische omgeving haar man verlaat, gaat de hele familie op zoek. We helpen vrouwen die te maken kregen met huiselijk geweld en soms dakloos zijn geraakt. Het spannendste hebben ze achter de rug; ze zijn weggegaan bij hun ex. Dat vraagt al zoveel moed en kracht."

Ook gedragswetenschapper worden?

Hoewel Lydia als gedragswetenschapper vooral de begeleiders van de vrouwen ondersteunt, raken hun verhalen haar. "Er gebeuren de gekste dingen. Vaak denk ik: 'dat jij hier nog staat!' De vrouwen hebben veel aan elkaar. Dat vind ik heel krachtig." Hoewel de casussen heftig zijn, heeft Lydia zich nooit te jong gevoeld voor dit werk. "Natuurlijk kan ik veel leren, maar ik was er vanaf het begin van overtuigd dat ik dit kan." Haar buitenlanderervaring komt goed van pas. "Omdat ik veel van de wereld heb gezien, vervagen culturele grenzen. Alles wat je meemaakt, verrijkt je. Je bent je eigen instrument."