Column Reclassering

Geen oplossing voor de herrie van Jerry?

Column uit de reclassering

Reclassering

Er is eindelijk plek voor Jerry* in een RIBW-woning van Stichting Wonen en Leven*. RIBW betekent Regionale Instelling Beschermd en Begeleid Wonen. Jerry is verstandelijk beperkt en heeft de nodige gedragsproblematiek. Het is een ééngezinswoning, gelegen in een woonwijk. Een gewoon rijtjeshuis, waar vier jongeren met psychiatrische problematiek begeleid zelfstandig wonen.

Jerry krijgt een kamer op de begane grond. Sanne wordt zijn persoonlijk begeleider. De begeleiding komt een paar keer per week en controleert of de jongeren hun corveetaken doen, of ze hun kamer netjes houden en begeleidt hen met allerlei praktische zaken. Zoals administratie, koken, contacten met ander instellingen, nakomen van afspraken en dergelijke. Dagbesteding is verplicht, dus Jerry wordt aangemeld bij een instelling die dagbesteding organiseert. Hij kan daar lichte technische klusjes doen, houtbewerken, of groen-onderhoud.

Al snel blijkt dat Jerry dat allemaal maar niks vindt. Vooral niet om vroeg te moeten opstaan. Daarbij houdt hij van stevige “muziek” op een niet al te kinderachtig volume. De buren hebben al verzocht of dat wat minder kan. Samen met Sanne ga ik in gesprek met Jerry. Jerry vindt de buren maar onredelijk en de dagbesteding onzinnig, maar hij belooft beterschap.

Dagbesteding

In de weken daarna komt hij op tijd op de dagbesteding en zijn er geen klachten van de buren, maar blijkt Jerry ook niet in de woning te verblijven. Hij logeert bij zijn moeder. Moeder is officieel dakloos, maar woont in bij een gehandicapte vriend, die een klein woninkje heeft met één slaapkamer. Niet echt wenselijk dat Jerry daar verblijft. Dus weer een gesprek. Jerry belooft weer beterschap, hoewel hij het belachelijk vindt dat hij niet bij zijn eigen moeder mag slapen.

Dan beginnen de klachten van de buren weer, verschijnt hij niet op de dagbesteding en beginnen ook huisgenoten te klagen over zijn “herrie” en zijn troep in de keuken en in de badkamer. Er komt weer een gesprek, met moeder erbij. Moeder zegt dat zij precies weet hoe ze hem moet aanpakken en ervoor kan zorgen dat hij naar de dagbesteding gaat als hij bij haar zou kunnen wonen. Maar dan heeft ze wel een woning voor zichzelf nodig met twee slaapkamers. Als we daarvoor kunnen zorgen, zal niemand meer last van hem hebben. Ze staat al drie jaar ingeschreven en de Woningbouw is niet bereid om urgentie te geven. Dus dat kan, gezien de wachtlijsten, nog jaren duren.

Extra hulp

Sanne legt uit dat zij en ook de reclassering niet voor een woning voor moeder kunnen zorgen. Ze zal met haar team overleggen of de begeleiding wat intensiever kan. In de periode daarna gaat het van kwaad tot erger, ondanks de extra hulp die wordt ingezet, onder andere om Jerry ’s morgens te wekken en naar de dagbesteding te sturen. Het maximum voor in te zetten hulp is hiermee bereikt, maar de problemen blijven oplopen. Als de buren de politie bellen, vindt Jerry de volgende dag dat hij eens even “stevig” met die buren moet gaan praten. Die vervolgens aangifte doen van bedreiging. Ook ontstaat er een vechtpartij in huis met één van de huisgenoten, die het beu is om steeds in de herrie van Jerry te moeten zitten.

Jerry wordt voor een week geschorst en logeert die week bij zijn moeder en haar vriend. Die week komt hij wel op de dagbesteding en ook op de andere afspraken met de hulpverlening. Daarna begint alles weer opnieuw, ruzies met huisgenoten en buren die opnieuw naar de politie gaan. Jerry snapt niet waarom iedereen zich zo druk maakt. Als ze hem met rust laten, laat hij ook iedereen met rust, hij is uiteindelijk een “hele rustige jongen”…

Tenslotte besluit Stichting Wonen en Leven dat Jerry geen passende cliënt voor hen is. Hij wordt uit de woning gezet, omdat de Stichting geen risico wil lopen om de woning te verliezen voor hun doelgroep. Meerdere mensen uit de straat hebben inmiddels een klacht ingediend.

Eigen woning

Mijn toezicht is bijna afgelopen. Er wordt een overleg door het Veiligheidshuis georganiseerd. Een overleg, waarbij gemeente, politie, reclassering en alle mogelijke alternatieve instellingen voor hulp uit de regio zijn uitgenodigd. Alle vier de instellingen voor wonen met zorg hebben een argumentatie waarom zij Jerry zeker niet kunnen plaatsen. Andere mogelijkheden zijn er niet.

Ik pleit met alles wat ik in mij heb ervoor dat de gemeente zich gaat inzetten om een woning aan moeder ter beschikking te stellen, waar zij met Jerry kan wonen. Immers, zij kan hem aan, zij wil het doen en Jerry zelf wil ook graag bij haar wonen. Dat zou het recidiverisico aanzienlijk verlagen. En is het Veiligheidshuis niet in het leven geroepen om complexe casussen te kunnen opschalen en samen alternatieve (out of the box) oplossingen te bedenken? Er wordt bedenkelijk gekeken. Tja…nee, dat gaat niet zomaar.

Wat als

Een paar jaar later schrik ik me een hoedje als er opeens een figuur met een schreeuw voor mij springt als ik boodschappen aan doen ben.
“Jerry! Ik schrik me rot!”
“Mevrouw, wat leuk om u te zien, hoe gaat het?”
“Hoe gaat het me jou?”
“Goed, ik woon bij mijn vriendin (haha) en ik heb werk. Als stratenmaker!”
“Wat fijn om te horen, ik ben blij voor je”.

Als ik hem een paar maanden later weer tegen kom, vertelt hij treurig dat hij zijn werk kwijt is en dat het uit is met de vriendin. En met moeder er haar vriend zijn ook wat “probleempjes”…

Wat nou als er wèl een woning beschikbaar zou worden gesteld aan deze moeder?

*Namen gefingeerd vanwege privacy