Cindy woont sinds kort met haar pasgeboren zoontje en haar hond in een appartement in Rotterdam Zuid. Deze woonplek is voor haar geregeld door Veldwerk.
Jaren geleden kwam ze in contact met veldwerkers toen ze buiten sliep en sinds een aantal jaar is Deborah haar contactpersoon. “Ik was er echt heel slecht aan toe, ik deed zeg maar alles behalve heroïne.” Cindy bleef continu terugvallen. Deborah: “Heel eerlijk, we dachten echt dat het niet meer goed zou komen met Cindy.”
Maar toen werd ze zwanger. Haar zoontje is de reden voor Cindy om weer te knokken. Deborah: “Het ging heel slecht met Cindy toen we haar leerden kennen, ze woog veel te weinig en was erg verslaafd. We hebben jarenlang met haar meegelopen en geprobeerd om haar in een eigen huis te krijgen.” Cindy: “Ik weigerde om in een opvang te slapen en ik wilde niet geholpen worden. Laat me maar liever naar de klote gaan in m’n eentje, dan tussen de andere depressieve mensen in een opvang te zitten. Alleen voor mijn kind wilde ik het wel beter hebben. Dat veranderde de zaak.”
Altijd hoop
Wat Deborah voor haar betekent? “Ze heeft me altijd gesteund, ook toen de instanties fouten maakten rondom de jeugdbescherming. Door haar geloof ik dat er ook goede hulpverleners zijn. Die altijd in de buurt blijven en in me blijven geloven; dat betekent echt veel. Ze heeft ook kopjes soep bij me gegeten toen ik in het park sliep, regelde een adres, bewindvoering, haalde mijn post op – gewoon alles eigenlijk. En kijk waar ik nu ben. In zo’n mooi huisje met mijn zoontje. Het is bijna niet te geloven als je weet hoe ik er eerder aan toe was. Dat heb ik wel aan het Leger de danken.” Deborah: “Ik heb ook van Cindy geleerd dat je altijd kunt doorzetten. Wij kunnen wel eens zeuren over kleine dingen, maar als ik dan naar Cindy kijk, dan zie ik dat er altijd hoop is.”
Een huisje dicht bij de zee
Meneer Pletting heeft één grote wens: hij wil dicht bij de zee wonen. Daar wil Veldwerk gehoor aan geven, ook al is het gezien de huidige woningnood een hele uitdaging. Meneer wordt nu een half jaar door de veldwerkers geholpen. Deborah noemt het een ‘intensieve casus’. Meneer ervaart veel emoties, en die uit hij op zijn eigen manier, soms explosief. Er is veel misbruik van hem gemaakt door andere dakloze mensen. Daarom is het beter als hij niet in de crisisopvang hoeft te blijven waar hij nu dankzij Veldwerk een kamer heeft. Deborah heeft een bewindvoerder en mentor ingeschakeld, en hem aangemeld bij een andere organisatie om de juiste woning voor hem te vinden.
Wat hij zelf van die bemoeienis van Veldwerk vindt? “Die mensen zijn mijn beschermengelen.” Van de vraag of een partnerkeuze goed voor hem is tot aan de vraag of ze hem kunnen helpen om op vakantie te gaan – hij kan met al zijn vragen terecht bij Veldwerk. Deborah: “We hebben geregeld dat hij niet in de reguliere opvang hoefde te verblijven, maar in een crisiskamer woont tot hij een eigen plek heeft. Maar het blijft een uitdaging om een goede plek voor hem te vinden in de buurt van de zee. We onderzoeken op dit moment alle opties voor een tussenoplossing: van een boer met een caravan tot een zorgcentrum. We regelen het wel.”