"Ik ben niet in een Leger des Heils-gezin opgegroeid. Mijn moeder was wel gelovig maar mijn vader wist van geen toeten of blazen. Op mijn 18e kwam ik in aanraking met het Leger des Heils. De mensen daar waren zo liefdevol voor elkaar en hun naasten. Dat raakte me, en wilde ik ook uitstralen naar de mensen om mij heen. Maar alleen kon ik dat helemaal niet. Daarom besloot ik heilssoldaat te worden. Om God heel bewust in deze keuze te betrekken, zodat ik Zijn liefde en kracht weer mag overdragen naar de mensen voor wie we ons inzetten.
Hoop hoeft niet direct te zijn. Ik denk dat hoop vaak in een driehoek werkt: de ander ontvangt hoop voor jou van onze Hemelse Vader en mag dat naar je uitdragen. Op mijn beurt mag ik hoop uitdragen naar de leden van het korps die ik bezoek. Laatst bedankte iemand me omdat ze al een paar dagen niemand had gezien. Maar mensen dragen ook hoop uit voor mij. Vlak voordat mijn man overleed, kwam een officier samen met mij en mijn dochter aan zijn bed zitten. Na het gebed zei mijn dochter: ‘Hij is nu bij de Heer’. Dat ze dat zo mocht ervaren gaf mij hoop en kracht om los te laten. Soms ben je misschien boos op alles en durf je bijna niet meer op iets te hopen. Maar er is altijd hoop, ook al is het misschien een klein stipje op de horizon in de verte."
Geloof en zingeving
Leestijd: 1 minuten