Vandaag gaat Gerrit (59) samen met activeringscoach Lucien een ochtendje afval rapen in de omgeving van Cederhorst. Normaal gaan er een stuk of drie, vier mensen mee, maar vandaag is de opkomst wat lager. Gerrit is iemand die – weer of geen weer - nooit verstek laat gaan, dus hij is ook op een druilerige dag als deze van de partij. Hij is een bekend gezicht in Amersfoort. In de stad geboren en grotendeels getogen, een periode dakloos geweest, z’n appartement kwijtgeraakt en nu wonend in Cederhorst. Toen hij er een jaar geleden binnenkwam ging het slecht, hij woog nog maar 43 kilo. Inmiddels torst hij er weer 89 mee. ‘Ik heb het hier goed naar m’n zin hoor.’
Aardige cent verdienen
Om de paar dagen doen bewoners van Cederhorst een opruimactie in het kader van de activering. Ze starten op het terrein zelf en nemen het stuk provinciale weg mee waar scholen staan. Daar ligt altijd veel troep; sigarettenpakjes, drugsverpakkingen en zelfs de restanten van de huurscooter die vorige week pal voor hun ogen werd opgeblazen. Aan de statiegeldflessen die in de struiken liggen, kun je een aardige cent verdienen is de ervaring. Gerrit ziet al gauw iets roods in de bosjes liggen. Het is een gasaansteker en hij doet het nog ook. ‘Waar zal ik hem in doen, in de broekzak of in de vuilniszak’, vraagt hij aan Lucien. ‘In je broekzak natuurlijk’, zegt die, ‘zo’n ding komt altijd van pas.’
'Aan de statiegeldflessen kun je een aardige cent verdienen'
Alle verlegenheid viel van me af
Gerrit was vroeger een verlegen jongen. ‘Ik durfde niet op meisjes af te stappen en op verjaardagen zat ik het liefst op m’n kamer. Tot ik op m’n zeventiende in de disco een biertje aangeboden kreeg.’ Leuk om een keertje te proberen, dacht de jongen die alleen cola dronk. Maar daarna veranderde alles. ‘Het ging er goed in, kan je wel zeggen. Ik voelde me vrij, alle verlegenheid viel van me af.’ Hij ging de bouw in, werkte als stukadoor in Duitsland. De hele week keihard werken en ’s avonds en in het weekend zuipen. ‘Mijn vader zei er wel iets van, maar ik luisterde niet.’ Al gauw ging het van kwaad tot erger. ‘Toen ik in een kippenslachterij werkte, nam ik het bier gewoon mee naar het werk.’
Kwaaie dronk
Gerrit noemt zichzelf geen alcoholist, hij spreekt liever van een alcoholprobleem. Maar de drank heeft meer kapotgemaakt dan hem lief is. ‘Dat ze dat zo zeggen klopt wel ja’, zegt hij spijtig. ‘En drugs trouwens ook, hoewel ik met die troep gelukkig gestopt ben.’ Door de jaren heen leefde hij met diverse vrouwen samen, van eentje heeft hij een dochter. Daar heeft hij momenteel geen contact mee, maar dat gaat opgelost worden want ze heeft Facebook en dat heeft Gerrit ook. Hij is vastbesloten het contact te herstellen, ook al wordt het met haar moeder nooit meer wat als het aan hem ligt.
Anders ligt het met Alie, zijn laatste vriendin, met wie hij veertien jaar samen was. ‘Op een dag wilde ze niet meer met me verder. Ik had een kwaaie dronk en heb heel lelijke dingen gezegd door de telefoon. Het was het ergste wat ze ooit had meegemaakt, zei een van haar kinderen. Dat moet dan wel heel erg geweest zijn, want haar vorige vent had haar in elkaar geslagen, tanden eruit, alles. Maar ik weet er niets meer van.’ Hij is er nog confuus van omdat hij nog steeds van haar houdt. Gerrit haalt zijn schouders op: ‘Maar het is niet anders, ik moet toch door.’
‘Van die troep afblijven is moeilijk, voor je het weet ga je weer voor de bijl’
Neem er nog eentje
Het wordt tijd voor een pauze. Bij een bankje steken Lucien en Gerrit een sigaret op met de nieuwe gasaansteker. Ze praten over alcohol en drugs, hoe je eigenlijk verlangt naar een gewoon leven, met een huis, een vrouw, een kind en werk. Maar dat het zo moeilijk is van die troep af te blijven. Gerrit is weleens vier maanden nuchter geweest, maar toen haalde een vriend hem over er eentje te nemen voor de gezelligheid en ging hij weer voor de bijl. Lucien vindt dat Gerrit het best weer eens kan proberen. ‘Je bent al een keer gestopt, dat kan ook een tweede keer. Je drinkt al veel minder dan sommige mensen die ik ken.’ Gerrit probeert nu in ieder geval te stoppen met zwaar bier, dat is ook beter voor z’n alvleesklier die al half is afgestorven.
Stoned paard
Ze lopen verder naar het Belgisch Monument in Amersfoort. Eerder die week zagen ze het voor het eerst, zo mooi! De zon is inmiddels doorgebroken, het is een koude maar heerlijke dag. Gerrit geniet van het buiten zijn. Lucien, die in een vorig leven boswachter was, vertelt over de taxusbomen bij het monument waarvan de pitjes van de bessen heel giftig zijn. ‘Daarom staat er bijvoorbeeld nooit taxus bij een weiland waar paarden lopen. Vier van die pitjes en een halfuur later ligt zo’n dier gestrekt.’ Gerrit hoort het zwijgend aan en gaat ondertussen ijverig door met afval oprapen. Als ze het monument weer achter zich hebben gelaten en Lucien ook heeft verteld dat er hazelwormen en mierenleeuwtjes in het gebied leven, wil hij het tóch weten. ‘Over die paarden hè, waren ze nou dood of eh… stoned?’
Domus+ Cederhorst is een beschermd woonvoorziening in Amersfoort. Op Cederhorst wonen 28 mensen met psychiatrische en/of verslavingsproblematiek vaak in combinatie met een lichtverstandelijke beperking. In een prikkelarme omgeving wordt toegewerkt naar herstel van het gewone leven door middel van haalbare wensen en doelen.