Hoe Willem thuiskwam in de buurthuiskamer – en bij de Vader

Geloof en zingeving
Leestijd: 3 minuten

Toen Willem over de drempel liep van de buurthuiskamer in Den Helder, had korpsofficier Sandra nooit gedacht dat hij zo’n indruk zou achter laten. “Toen hij binnenkwam in de buurthuiskamer zei hij: ‘Het is allemaal leuk en aardig, maar je moet vooral niet denken dat ik in de kerk kom.’ Toen ik zei dat hij daar elke dag al zat, moest hij daar zichtbaar even over nadenken.”

“Ik leerde Willem kennen toen ik in Den Helder werd aangesteld als korpsofficier”, vertelt kapitein Sandra Mosterd. “Willem stak zijn mening niet onder stoelen of banken. Hij was een markante man, zichtbaar getekend door het leven. Gedurende de tijd kwam Willem steeds vaker langs in de buurthuiskamer. Sandra: “Willem dacht nogal zwart-wit. In zijn boosheid kon hij soms nogal ongenuanceerd uit de hoek komen. Dan schreeuwde hij hard dat hij nooit meer terug zou komen en stormde hij de buurthuiskamer uit. Dit hield hij dan ook weken achter elkaar vol, maar toch probeerden wij contact te houden. Via de soepfiets, die elke donderdag bij hem langsging, of via een appje met de tekst: ‘We missen je’."

‘Kom je naar beneden?’

"Het is een keer voorgekomen dat hij bijna drie maanden wegbleef. Ik stuurde hem het welbekende Whatsappje, maar hij reageerde daar nogal kortaf op. Op mijn vraag of hij het prettig vond dat ik een keer een kopje koffie kwam drinken, zei hij nee. Ik vond het jammer, maar respecteerde zijn beslissing. Tot mijn grote verbazing kreeg ik een half uur later een telefoontje van Willem met de vraag of ik eens naar beneden kwam. En wat bleek: Willem zat in de buurthuiskamer met een kop koffie en had de grootste lol.”

‘God was altijd bij mij’

Willem kwam steeds vaker langs en tijdens de Warme Kamers-actie kwam hij elke dag door weer en wind op zijn fiets naar de buurthuiskamer. Op een dag raakte hij aan de praat met Sandra. Willem vertelt haar over zijn jeugd, waarin hij niet altijd het gevoel had dat hij gewenst was. Sandra: “Ik vroeg hem of hij zich wel eens alleen heeft gevoeld. Hierop zei hij: ’Nee, want God was altijd bij mij’.” Doordat de buurthuiskamer tijdens de Warme Kamers-actie ook op zondag open was, kwam Willem in aanraking met de samenkomst. Hij luisterde aandachtig naar wat er gezegd werd. Willem bleek de bijbel van A tot Z te kennen en discussieerde regelmatig over de inhoud van de preek.

Een enorme klap

Op een gegeven moment werd Willem opgenomen in het ziekenhuis. Omdat hij verder niemand om zich heen had, ging Sandra op bezoek bij hem. Na wat onderzoeken bleek Willem ernstig nier-en hartfalen te hebben. Hij kon niet meer behandeld worden. Sandra: “Dit was een enorme klap voor hem, maar hij bleef optimistisch. Hij hield zich aan zijn dieet en is zelfs gestopt met roken. Eigenlijk ging het best goed met hem. Hij kwam weer regelmatig in de buurthuiskamer en was elke zondag bij de dienst. Daar voelde hij zich thuis.”

Hij verbaasde iedereen toen hij ergens in februari opstond van zijn vaste plekje en naar voren liep om zijn getuigenis te geven. “Het was muisstil in de zaal. Gods boodschap was die ochtend erg duidelijk. God is trouw aan Zijn kinderen. Want wie had ooit kunnen bedenken dat Willem zoiets zou zeggen in een samenkomst?”, vertelt Sandra.

'De artsen vertelde hem dat hij nog maximaal drie maanden te leven had'

Afscheid nemen

Na zijn getuigenis verslechterde de toestand van Willem snel. De artsen vertelde hem dat hij nog maximaal drie maanden te leven had. Sandra: “Willem belde mij op. Diezelfde middag ben ik nog bij hem langsgegaan. Hij was verdrietig, maar ook realistisch. Hij wilde graag dingen regelen, voordat hij kwam te overlijden. Een goede plek voor zijn hond Django, maar ook zijn begrafenis. Hij wilde graag een gedenkmoment in de buurthuiskamer, met liederen van Jim Reeve.” In die tijd hadden Willem en Sandra elke dag contact. Tijdens een van de telefoongesprekken vertelde Willem dat hij spijt had dat hij nooit lid geworden was van een korps. Na overleg werd er besloten dat Willem die zondag voor de laatste keer in het korps zou komen om adherent lid te worden en om tegelijkertijd afscheid te nemen van de gemeente.

Thuis

Sandra: “Het was een bijzondere zondagochtend. Willem zat daar in zijn stoel – hij kon niet meer op zijn eigen benen staan – en zong uit volle borst alle liederen mee. Hij ontving vol trots het speldje en certificaat en gaf zijn laatste getuigenis. In de nacht van maandag op dinsdag is hij in alle rust in het bijzijn van mijn man en mij thuisgehaald door de Vader. Ik ben dankbaar dat ik deze man mocht ontmoeten en zal nooit vergeten hoe God mensen kan veranderen. Mocht ik nog eens twijfelen aan het werk dat we doen, dan denk ik terug aan Willem en aan hoe deze plek en de mensen zijn leven hebben veranderd.”