‘Soms word je stijf gevloekt, willen mensen niet doen wat je zegt of is een huis heel smerig. Wij zijn daar niet van onder de indruk, vinden dat wel leuk eigenlijk. Het is een uitdaging om er dan iets anders van te maken.’ Evert-Jan verruilde de reclassering voor het Leger des Heils. Even stoer en ‘apart’, maar veel leuker.
Als jongen wilde hij het liefst met z’n handen werken. Met de chronische aandoening die hij heeft is dat voor z’n lijf echter niet optimaal. Omdat hij van mensen houdt koos hij voor de zorg, maar dan wel voor de ‘stoere’ kant ervan: de psychiatrie en later een tbs-kliniek en de reclassering. Het motiveert hem mensen op hun kwetsbaarst te zien en ze dan te zien opknappen. Evert-Jan: ‘Over een tbs-kliniek hoor je altijd negatieve verhalen en het is ook heftig, maar dat is niet het hele verhaal. Mensen plegen een delict vaak vanuit hun ziekzijn. Zoals de 17-jarige jongen die onder invloed van een psychose zijn beste vriend had omgebracht. Het is heel waardevol als zo iemand dan het inzicht krijgt dat hij ziek is, medicijnen gaat gebruiken, nu een normaal leven leidt en zelfs vader is geworden!’
Geen verplichting
Toen Evert-Jan zelf vader werd, werkte hij bij de reclassering en in het weekend als OGGZ wijkverpleegkundige bij het Leger des Heils. Omdat hij de reclassering heel pittig vond – ‘je cliënten zijn niet altijd even blij met je, zal ik maar zeggen’ – en meer genoot van zijn weekendwerk bij het Leger des Heils besloot hij over te stappen. ‘Het laagdrempelige spreekt me aan, mensen mógen zorg ontvangen, het is geen verplichting. In het begin willen ze liever niks met je, want ze zijn zorg mijdend en verslaafd. Maar na een paar maanden gaan ze toch uitkijken naar je komst en dan ontstaat er een vertrouwensband van waaruit je verder kunt bouwen.’ Ik heb heel veel plezier in mijn werk.
Buiten de lijntjes
Als wijkverpleegkundige moet je wel een beetje buiten de lijntjes kunnen kleuren, vindt Evert-Jan. ‘Wij kijken er niet raar van op als we een cliënt letterlijk zonder kleren aantreffen. De kleren zijn er wel, maar die liggen tot aan het plafond opgestapeld en niemand mag eraan komen. Ik ben zelf niet van de wasjes draaien, maar een collega gelukkig wel, want zo’n wasje kan een doorbraak zijn tot contactgroei. Je probeert een ingang te vinden en mensen niet als probleem te zien, maar als mens. Niemand vindt het fijn om er zo bij te zitten, daar ligt veel leed aan ten grondslag en ook schaamte. Dat maakt dat ik graag mijn handen uit de mouwen wil steken, waarbij het de kunst is mensen te accepteren zoals ze op dat moment zijn.’
Communicatie belangrijk
Van alle verpleegtechnische handelingen die Evert-Jan verricht vindt hij communicatie het belangrijkst. Eerst binnenkomen en contact krijgen, daarna komt de rest. ‘Als je meteen begint over wonden ben je ze direct kwijt. Het is natuurlijk ook heel intiem om iemand je lichaam te laten aanraken. Vaak zijn mensen verwaarloosd en mishandeld in het verleden. Maar als dat dan mag, dan vind ik dat heel bijzonder. Of dit werk me ook in mijn ziel raakt? Dan denk ik aan een vrouw met een waansysteem. Ik heb veel plezier met haar gehad, maar ze kon ook super onaardig zijn, ontzettend vloeken en commanderen en ze dronk heel veel. Omdat ze geen euthanasie kon krijgen en veel pijn had besloot ze zichzelf letterlijk dood te drinken. In dat proces, wat heel naar was om te zien, kwam ze steeds meer naar ons toe. Op het eind vroeg ze of ik tegen haar zussen wilde zeggen dat ze niet zo’n naar mens was als iedereen dacht. Dat heeft mij heel erg aangegrepen. Dat ze het besef had dat mensen haar op die manier zagen. Terwijl het haar ziekte was.’
Geen stress
Dit werk geeft Evert-Jan veel energie en dat is prettig want met jonge kinderen is het fijn dat je niet met stress thuis komt. Voorwaarde om dit werk te kunnen doen is dat je geduldig bent, vindt hij, hoewel hij echt niet alles over z’n kant laat gaan, integendeel. ‘Ik laat me niet commanderen.’ Gevoel voor humor is ook belangrijk, want dat heb je nodig als je dagelijks met schrijnende situaties in aanraking komt. Evert-Jan: ‘Het belangrijkste is dat je passie voor deze mensen hebt en hen kunt onderscheiden van hun problematiek. En dat je een beetje kunt pionieren. Is er geen hygiënisch werkveld? Boeien! Dan doen we het gewoon met de spullen die we hebben.’
In de regio Midden-Nederland bieden we verpleging aan huis voor mensen die dit nodig hebben. Vaak zijn dit zorgmijders. Er is sprake van complexe langdurige problematiek, waaronder gezondheidsproblemen. Meestal is er ook sprake van psychiatrische problematiek, verslaving, vervuiling, een verzamelstoornis of schulden. Wij bieden mensen graag de zorg die nodig is om zo lang mogelijk thuis te kunnen blijven wonen. Wil je meer weten over onze OGGZ wijkverpleging? Neem dan hier een kijkje.