"Ik kon niet omgaan met mijn emoties"

Verslavingszorg
Tekst: Fieke Walgreen / Beeld: Linelle Deunk

Sylvia woonde vier maanden in een afkickkliniek van het Leger des Heils. Eindelijk maakte ze korte metten met haar alcoholverslaving. Toen het einde van de behandeling naderde, wist ze één ding heel zeker: als ik nu naar huis ga, ben ik binnen de kortste keren dood. Dan ga ik terug naar m’n oude leventje en staat het bier snel weer in de koelkast.

Zacht geroezemoes, het geluid van een lepeltje tegen een kopje, op de achtergrond klinkt een radio. In de gemeenschappelijke ruimte van specialistisch verpleeghuis de Meerzorg heerst rust en dat is precies waar Sylvia Majoor naar zocht.

Ze onderbreekt haar verhaal af en toe voor een hoestbui, de naweeën van een longontsteking. Met de rollator loopt ze naar haar tas om er een borduurwerk uit te halen, vol trots laat ze het zien. Zelfstandig lopen lukt door de jicht niet meer. Lichamelijk zijn het niet de beste dagen voor Sylvia, maar geestelijk voelt ze zich beter. ‘Ik ben weer creatief, in het 50|50 Workcenter kan ik m’n lol op. Diamond painting, borduren. ’s Ochtends al denk ik: leuk, ik kan er vanmiddag mee verder.’

 Kluizenaar

Vroeger gingen de dagen vaak in een roes aan alcohol aan haar voorbij. ‘Bier was al snel mijn troost en luisterend oor. Ik was 31, alleen met twee kleine kinderen, werkte hard in de horeca en toen pats, overleed m’n vader. Ik kon niet goed omgaan met de emoties die ik toen had. Acht à negen biertjes per dag hielpen me erdoorheen.’ Of dat leek zo. Vier jaar geleden overleed haar vriend en ook die gebeurtenis was een katalysator voor haar alcoholgebruik. ‘Na zeventien jaar samen word je alleen wakker. Ik had geen enkele reden om m’n bed uit te komen.’ Drie jaar lang leefde ze als een kluizenaar in haar huis in Hilversum. Ze zag alleen de hulp die twee uur per week kwam en iemand die boodschappen bracht. ‘Ik dronk veel, at weinig. Ik leefde niet, ik overleefde.’

Mooie jaren

Tot ze terecht kon bij afkickkliniek de Wending. Ze leerde er nadenken over de toekomst. Wat ze zou willen? Haar wensen zijn klein, een dagje met de bus, weer eens op pad? Een eigen plek, maar dan wel in een beschermd wonen project. Mensen om zich heen, die haar afleiden van de storm die soms in haar hoofd woedt. Ze hoopt op nog wat mooie jaren. Op de radio zingt Dermot Kennedy intussen: ‘You’re on the other side of the storm now, you should be so proud. Better days are comin’, better days are comin’ for you.’ En dat is precies waar Sylvia op hoopt.