Nieuws

‘Ik merk dat veel mensen gestrest zijn’

Alex over de opvang voor Oekraïense vluchtelingen in Rotterdam

Toen Alex Noorland (19) hoorde dat het Leger des Heils in Rotterdam Oekraïners ging opvangen, hoefde hij niet lang na te denken. “Stel dat ík gevlucht zou zijn, hoe blij zou ik dan zijn met deze opvang?”

Hoe ben je in deze opvang gerold?
“Anderhalf jaar geleden heb ik op een daklozenboot van het Leger des Heils gewerkt, tot die locatie werd gesloten. Recent ging mijn leidinggevende uit die tijd werken op een boot met Oekraïense vluchtelingen en daar vertelde zij over. Inmiddels zijn er drie van die boten, kleine cruiseschepen eigenlijk, met in totaal zo’n 1400 vluchtelingen. De gemeente Rotterdam heeft ook meerdere hotels beschikbaar gesteld en aan het Leger des Heils gevraagd dat allemaal te managen. Toen ik begreep dat hier een mobiel team voor werd opgestart, werd ik meteen enthousiast.”

Wat doe je precies?
“Wij regelen de coördinatie en de opvang. We hebben precies in kaart gebracht welke mensen in welk hotel verblijven; er zijn zo’n elf hotels met per hotel ongeveer vijftig vluchtelingen. In totaal vangen we momenteel ongeveer zeshonderd mensen op. De komende tijd inventariseren we wie er acuut hulp nodig heeft, zoals kleding of medicijnen, en dan regelen we dat. Onlangs heeft een bedrijf een enorm geldbedrag voor ons opgehaald en dat in de vorm van VVV-bonnen aan ons gegeven. Daarna zijn we met een plastic tasje met twintigduizend euro aan VVV-bonnen alle elf hotels langsgegaan, elke vluchteling kreeg een bon van vijftig euro. Op de boten zorgen vrijwilligers voor vermaak; binnenkort willen we een beauty-dag organiseren voor de vrouwen, om ze even goed in de watten te leggen.”

Hoe zijn de mensen eraan toe?
“Met de meesten gaat het relatief goed, maar ik merk wel dat veel mensen gestrest zijn. Zo was er een vrouw van rond de vijftig die haar dochtertje en oude moeder bij zich had; die moeder werd dusdanig ziek dat haar dochter helemaal in paniek raakte. Ik probeerde haar te kalmeren en te zeggen dat het goedkomt. Een familielid die Engels sprak, vertelde dat deze oude vrouw een hoge bloeddruk had, met grote gezondheidsrisico’s als de stress te groot zou worden. Voor de zekerheid heb ik een ambulance gebeld. In het ziekenhuis bleek ze vocht achter de longen te hebben. Een dag later mocht ze weer naar ons terug. We zien vooral moeders met kinderen, omdat alle mannen van achttien tot zestig jaar achter moeten blijven om te vechten. Er zijn ook veel ouderen, omdat het in Oekraïne normaal is om je ouders in huis te nemen.”

Wat doen hun verhalen met jou?
“Ik hoor flarden van verhalen, in het Russisch, Engels of via Google Translate. Daardoor krijg ik vooral de grote lijnen mee, maar dat is al heftig genoeg; vluchten uit een stad die wordt gebombardeerd, dat is toch bizar? Ik moet denken aan een oudere vrouw die op de vlucht haar gehoorapparaat is kwijtgeraakt, ontzettend sneu. Wij hebben haar natuurlijk naar een audicien gebracht.”

Wat motiveert jou om dit werk te doen?
“Mijn kerk heeft vroeger altijd projecten gedaan met arme mensen uit Oekraïne. Zij werden hier in gastgezinnen opgevangen en wij zochten hen elke twee jaar op in Oekraïne. In totaal ben ik vijf keer geweest, dus ik voelde al een band met het volk. Toen ik hoorde dat het Leger des Heils ging helpen, dacht ik meteen: daar moet ik bij zijn. Ik spreek een klein beetje Russisch, en dat doet deze mensen zichtbaar goed. En als zij langzaam praten, kan ik het in grote lijnen volgen.

Het heeft zeker ook met mijn geloof te maken, ja. Er staan veel verhalen in de Bijbel met de strekking: zorg voor je naaste, help wie je kunt helpen. Dat is altijd een grote motivatie geweest in mijn werk – eerst voor daklozen, nu voor deze vluchtelingen. Er zijn zoveel mensen die het slechter hebben dan ik! Daarnaast denk ik: stel dat de situatie andersom was, dat ík gevlucht was. Hoe blij zou ik dan zijn met deze opvang?”