Met hulp van Street Level kreeg Martinus (58) zijn leven weer op de rails. “Ik sta nu weer in de maatschappij. Daar ben ik waanzinnig dankbaar voor.”
Het is 2022. Martinus woont in een appartement samen met zijn moeder. Omdat hij regelmatig in de gevangenis heeft gezeten, woont hij nog niet op zichzelf. Zijn moeder moet worden opgenomen in een verzorgingstehuis en plots staat hij er alleen voor. Martinus: “Ik kon de huur in mijn eentje niet betalen. Dat zorgde natuurlijk voor veel stress, want ik wist dat het vroeg of laat afgelopen zou zijn.”
Dat moment kwam in december. “Er stonden plots allemaal zwarte busjes en politie voor de deur. Van het ene op het andere moment werd ik op straat gezet. Daar sta je dan. Op de hoek van je eigen straat. Eerlijk waar, de tranen stonden in mijn ogen.”
Dit is het begin van Martinus’ verhaal. Nu, een paar maanden later, zit hij aan tafel in de kantine van de 50|50-werkplaats in Den Haag. Trots en met een goed Haags accent vertelt hij hoe hij de afgelopen tijd weer omhoog is geklommen, met hulp van Street Level, het veldwerk van het Leger des Heils in Den Haag.
Martinus: “Ik heb de eerste nacht nadat ik uit huis ben gezet bij een buurvrouw mogen slapen. Dat was natuurlijk heel fijn, maar ik kon daar niet blijven. Een heel aantal nachten heb ik in portieken geslapen, of in wc-hokjes op bouwterreinen. Overdag kon ik wel terecht bij de dagopvang van het Leger des Heils, maar ’s avonds moet je daar weer weg.” Uiteindelijk vindt Martinus een kas, in een buurttuin, waar hij kan overnachten. “De buurtbewoners wisten ervan. Er lag zelfs een matras. Ik moest het netjes houden, dan hadden ze er geen moeite mee.”
'Van het een op het andere moment werd ik op straat gezet. Daar sta je dan'
Kansen
In de dagopvang komt Martinus veldwerker Niels tegen. Niels ziet kansen voor hem en wil Martinus helpen. “Eerst heeft hij me geholpen met een speciale slaapzak. Dat was al heel fijn. Maar hij heeft er ook voor gezorgd dat ik naar een nachtopvang kon. Echt geweldig. Het geduld, alle hulp, dat was zo fijn.”
Niels ziet ook dat Martinus alle hulp die hij krijgt met beide handen aangrijpt. Dus helpt hij Martinus aan een baan, bij 50|50. Hij mag aan de slag als chauffeur en gaat de kledingcontainers van het Leger des Heils in Den Haag legen. “Toen ik begon aan het werk, sliep ik nog wisselend op straat of in de nachtopvang. Die opvang was soms ook vol, namelijk. Maar Niels bleef dingen voor me proberen en zo kon ik terecht bij een andere organisatie, waar ze een vaste slaapplek voor me hadden.”
Dankbaar
Tevredenheid en dankbaarheid zijn tekenend voor Martinus. Hij is tevreden met wat hij krijgt en dankbaar voor de mogelijkheden die hij nu heeft. Dat valt op. Als manager Jan, verantwoordelijk voor 50|50 in Den Haag, aanschuift bij het gesprek, kan Martinus rekenen op flink wat complimenten. Jan: “Jij pakt dingen snel op. Iemand zet een deurtje voor je open, maar jij stapt er zelf direct doorheen. Je bent een doener, grijpt kansen aan. Dat doe je erg goed!”
Martinus is trots. Lichamelijk was hij er niet goed aan toe, toen hij begon met zijn werk. Martinus: “Gelukkig ben ik er weer bovenop gekomen. Dat kun je wel zien hè, Jan?” Vragend kijkt hij de manager aan. Met een grote lach op zijn gezicht antwoordt Jan: “Kijk zelf even Tinus! Je bent enorm opgeknapt. In een korte tijd ook.”
Toekomst
Het leven van Martinus is compleet veranderd. “Als je op straat staat, dan tel je niet meer mee. Je hoort niet bij de maatschappij en mensen zien je niet staan. Nu is alles anders. Ik hoor er weer bij en kan werken. Dat is super. Afgelopen weekend gaf ik iemand voorrang op het fietspad. Die mevrouw riep toen: ‘Dankjewel en nog een hele fijne dag verder!’ Ik heb haar hetzelfde gewenst. Maar dat mensen weer zo tegen je praten, dat is waanzinnig. Dat doet me veel.” Jan: “Je liep die maandag erna de hele dag nog met een enorme grijns rond.”
Ooit hoopt Martinus weer een eigen huisje te hebben. Maar dat hoeft wat hem betreft niet al te snel. Hij is blij en tevreden met wat hij nu heeft. “Ik zit goed. Ik krijg hulp en begeleiding, dat is heel fijn. Het werk is geweldig en ik doe het met veel plezier. Dat is voor nu het belangrijkst.”