'Je hebt het een stuk huiselijker gemaakt'

Kleurrijke bezoekers fleuren ‘eigen plekje’ op

Kunstenares Inge Westerhof voor de muur bij de entree van De Tuinen. Annouk Postma/Leger des Heils
Maatschappelijke opvang
Tekst: Annouk Postma en Martijn Folkers

Even een plek om tot rust te komen, een kopje koffie te drinken of een kort gesprekje te voeren. De inloopvoorziening van het Leger des Heils aan de Tuinen in Leeuwarden moet als een soort thuis voelen voor mensen die op straat leven. Kunstenares Inge Westerhof zorgde samen met de bezoekers voor een metamorfose.

Het water in de gracht in hartje Leeuwarden kabbelt een beetje. Locatie De Tuinen van het Leger ziet er van buiten nog hetzelfde uit, maar schijn bedriegt.

Dat merk ik direct wanneer ik binnenstap. Eenmaal binnen ontmoet ik Inge, die in de ontvangsthal met een medewerker staat te kletsen. Precies op dat moment stiefelt bezoeker Peter voorbij. Hij herkent Inge direct. ‘Je bent er weer!', roept hij uit. ‘Jij hebt hier kunnen doen waar ik hier al jaren tegenaan loop. Je hebt het een stuk huiselijker gemaakt!’

Het team van De Tuinen zag zelf ook wel dat een likje verf hier en daar geen kwaad kon, alleen was er de dagelijkse praktijk die de tijd opslokte. Kunstenares Inge Westerhof meldde zich op het juiste moment. Ze kwam via een vriendin in contact met het Leger des Heils, hoorde het verhaal over De Tuinen in Leeuwarden en besloot er een maatschappelijk project van te maken.

Bezoekers denken mee

Dat plan kon op steun rekenen van Meindert van der Zee, teamleider in Leeuwarden. De kille, witte, koude ruimte moest veranderen, constateerde hij. ‘De visie van het team veranderde gaandeweg', vertelt hij. ‘Het is niet alleen opvangen, het gaat ook om de setting.’

Toen Westerhof voor het eerst binnenkwam, had ze nog geen idee wat ze zou gaan doen. Westerhof nam een drastisch besluit: ze bezocht De Tuinen wekelijks, proefde de wensen en verlangens van de bezoekers en nam dat mee in haar plan.

Uit gesprekken met de bezoekers kwamen een aantal verlangens naar voren. Westerhof vroeg de bezoekers naar hun thuisgevoel. Uit de antwoorden proefde ze een verlangen naar rust, zichzelf kunnen zijn. ‘Veel meer dan spullen. En ze misten kleur, maar daar was ook niet veel onderzoek voor nodig. Dat had ik zelf ook gezien.’

De bezoekers ervoeren de gezamenlijke ruimte als klinisch. ‘Ze associeerden het met een ziekenhuis. Alles was onpersoonlijk.’

'Ik moest eerst vertrouwen winnen' Kunstenares Inge Westerhof ging in gesprek met de bezoekers

Afstand overbruggen

Westerhof nam de verfkwast ter hand, maar deed het niet alleen. Het duurde even voordat ze hulp kreeg van een aantal bezoekers. Vertrouwen bleek het sleutelwoord.

‘Ik was hier gewoon heel vaak', legt ze uit. ‘In het begin waren bezoekers nog wat afstandelijk, ze wilden weten wat ik ging doen. Mijn allereerste ontmoeting met bezoeker Peter die net voorbij liep weet ik nog: ‘Wat moet je?’, vroeg hij. Dat zei veel. Ik moest eerst vertrouwen winnen. Ik ging tussen ze in zitten, pakte een kopje thee, praatte met ze en vroeg aan ze hoe zij het hier wilden. Zo heb ik dat heel lang gedaan. Ik ben pas vanaf de voorjaarsvakantie echt gaan schilderen.’

'Kers op de taart'

Door dat vaste ritme raakten sommige bezoekers vertrouwd met de aanwezigheid van Inge. Ze besloten te helpen, kwamen met ideeën en raakten enthousiast om er uiteindelijk hun plek van te maken. Maar alleen een likje verf bleek niet voldoende. Er kwam ook een nieuwe bank. Dat bleek een gouden greep.

‘Sinds de bank er is neergezet ben ik nog nooit binnengelopen zonder dat er iemand op de bank zit. Ergens is dat ook logisch. Ze verblijven veel buiten, kunnen niet echt gemakkelijk ergens zitten.’

Dat de ruimte er qua kleur er nu zo uitziet is niet zomaar. Westerhof deed onderzoek naar de werking van kleuren in een ruimte op mensen. De kleuren blauw, groen en oranje moeten ieder op hun eigen manier bijdragen aan de warmte en de sfeer. ‘Zwart associëren we vaak met de dood, groen met het leven. De kleur groen hier staat voor het leven en de rust. Dat is hier de kers op de taart.’