Jeugdbescherming Leger des Heils

Jeugdbeschermer Anouk vertelt over haar werk

‘Geen enkele ouder is perfect, maar wat is de grens, wanneer is ouderschap goed genoeg?’

Jeugdbescherming
Tekst: Inge-Mirjam Bosveld / Beeld: Job van der Molen

Anders dan veel mensen denken, halen jeugdbeschermers niet doorlopend kinderen weg bij hun ouders. Anouk vertelt hoe haar baan er wél uitziet.

Een paar weken geleden bracht Anouk* persoonlijk een blije kleuter naar het vliegveld. Oma wachtte het meisje daar op. Samen met oma stapte ze op het vliegtuig, om bij haar in het buitenland te gaan wonen. Driekwart jaar eerder was hetzelfde meisje zwaar verwaarloosd aangetroffen en door de Raad voor de Kinderbescherming met spoed uit huis geplaatst. Ze werd opgevangen in een pleeggezin. Vanaf dat moment was Anouk haar jeugdbeschermer. “Die zaak ging me zo aan het hart. Ze kon nauwelijks zelfstandig praten, eten, naar het toilet gaan of spelen. In het pleeggezin heeft ze zich zó mooi ontwikkeld. Geweldig dat haar oma haar nu zoveel liefde laat zien.”

‘Schrijnend’, ‘de onderkant van de samenleving’: het zijn termen die jeugdbeschermer Anouk (29) gebruikt als ze vertelt over haar werk. Niet dat ze daarmee een oordeel velt over de gezinnen met wie ze werkt. “Je kunt wel denken: ‘Dat zijn toch keuzes die je zelf maakt?’ of ‘Waarom zet je zo’n man die jou het leven zuur maakt, niet gewoon buiten de deur?’. Maar zo simpel werkt het gewoon niet.”

Leger des Heils Jeugdbescherming

Bende

Vanwege haar ouders komt Anouk al jong in aanraking met de crisispleegzorg. Regelmatig worden kinderen bij haar thuis opgevangen. “We waren met zeven kinderen thuis, een gezellige bende. Iedereen was altijd welkom, niets was te gek. Een paar kinderen extra in huis, dat kon er ook nog wel bij.” Anouk doet als jongvolwassene de opleiding Social Work en gaat daarna bij ‘10’ voor Toekomst werken. Eenmaal aan de slag als gezinscoach gaat een wereld voor haar open. “Ik leerde de onderkant van de samenleving kennen. In gesprekken hoor je waar mensen dagelijks tegenaan lopen. We denken dat we het zo goed geregeld hebben in Nederland, maar voor veel mensen is onze maatschappij zo bureaucratisch en complex. Niet te begrijpen.” Na het volgen van de master Jeugdzorg waagt Anouk de sprong in het diepe en solliciteert ze als jeugdbeschermer. Inmiddels werkt ze anderhalf jaar in deze functie. “Het is heel pittig. Je hebt vaak te maken met situaties waarbij je kiest voor de minst slechte optie. Geen enkele ouder is perfect, maar wat is de grens, wanneer is ouderschap goed genoeg? Dat is ingewikkeld. Bij ‘10’ voor Toekomst hoefde ik die beslissing niet te maken. Als jeugdbeschermer is je rol anders. Ik kijk mee over de schouders van de ouders en ik beslis mee wat het beste is voor het kind. Dat is een grote verantwoordelijkheid. ‘U moet dit of dat doen, anders ben ik genoodzaakt om…’ Het kan betekenen dat een kind tijdelijk ergens anders woont, als het thuis niet veilig genoeg is. Ik geef zelf geen hulp, maar schakel de hulpverleners in. Het is een veelvoorkomend misverstand. Zij ondersteunen de ouders en kinderen en doen uiteindelijk het werk. Ik hang er als helikopter boven en organiseer de hulp die nodig is, zodat een kind veilig kan opgroeien en ontwikkelen. Met de ouders stel ik doelen op waaraan de ouders en soms kinderen moeten gaan werken. Heeft het kind hulp nodig bij trauma’s? Dat vraagt van de ouders dat het kind op tijd bij therapie is. Gaat een kind wel naar school? Kunnen ouders daarvoor zorgen? Zijn ouders emotioneel beschikbaar? En als dat niet zo is, hoe zorgen we dan dat ze beter in hun vel komen? Eens in de zoveel weken evalueren we dan met ouders en betrokken hulpverleners hoe het er met de doelen voorstaat.”

Uithuisplaatsing

Voor Anouk is het heel belangrijk om een goed beeld te geven van de jeugdbescherming. “Onterecht is het beeld ontstaan dat jeugdbeschermers alleen maar uithuisplaatsingen doen en doorlopend kinderen bij hun ouders weghalen. Het gros van de kinderen woont gewoon thuis! Ik word juist ingevlogen om een uithuisplaatsing te voorkomen. Het weghalen van kinderen is altijd traumatisch, niet wenselijk en heftig voor kind en ouders. Daarom gebeurt het alleen bij acute onveiligheid: bijvoorbeeld als er geen dak boven het hoofd is, geen eten in de koelkast, bij huiselijk geweld, als kinderen alleen worden gelaten, of wanneer er drugs worden gebruikt in het bijzijn van het kind. Maar dan nóg ga je altijd eerst oplossingen zoeken in het gezin en het netwerk. Zolang ouders maar meewerken en stappen zetten, kan dat.” Hoe gaat Anouk om met agressie en bedreiging? “In mijn werk als gezinscoach was ik ook getuige van agressie, maar nu is het tegen mij als jeugdbeschermer persoonlijk gericht. Dat maakt het anders. Toch ben ik nooit bang. Je kunt dit werk niet doen als je bang bent. Je moet kunnen omgaan met weerstand. Ik voer regelmatig spannende gesprekken. Ouders kunnen onvoorspelbaar zijn, bijvoorbeeld als we moeten besluiten dat hun kind niet meer thuis kan komen wonen. Bij zo’n gesprek schreeuwde een moeder eens, en het kwam vanuit haar tenen: ‘Ik ga je wat aandoen en dat is geen dreigement, maar een ‘Geen enkele ouder is perfect, maar wat is de grens, wanneer is ouderschap goed genoeg?’ 

'Tegelijkertijd, als een ouder schreeuwt tegen mij, kan ik me dat ook wel voorstellen. Het gaat tenslotte over hún kind. Je voelt het vaak wel aankomen. Bijvoorbeeld als je een slechtnieuwsgesprek moet doen. Bij een vader die zijn kind niet meer mag zien, omdat hij zich niet aan de afspraken houdt. Die vader is boos en verdrietig en die emoties bij elkaar maken dat hij ontploft. Bij een andere zaak zette een moeder alles op social media. Echt álles, hele verslagen op YouTube, zelfs een compleet telefoongesprek tussen de moeder en mij. Vervelend, maar ik kan het relativeren. Toen een andere moeder me telefonisch de huid vol schold en grof bedreigde, heeft mijn manager haar een brief geschreven om duidelijk te maken dat ze te ver was gegaan.”

*Anouk is een gefingeerde naam.