“Ik ben getrouwd en heb drie kinderen. Mijn vrouw en ik hebben al zeventien jaar een schoonmaakbedrijf. Dat gaat hartstikke lekker. Anderhalf jaar geleden zijn we bewust meer vrijwilligerswerk gaan doen. Dat werd de buurthuiskamer van het Leger des Heils in Bergen op Zoom, en daar zit een verhaal achter. God heeft iets voor mij gedaan, nu wil ik iets terugdoen.”
“Mijn zoon van 28 is erg verslaafd geweest aan drugs en gokken; álles wat hij had, heeft hij vergokt. Op een avond zei hij: ‘Ik moet met jullie praten.’ Als híj dat zegt, weet je: nu gaat er wat komen. Hij biechtte alles op. De details vertel ik niet, maar het was heel, héél heftig. Hij had een eigen bedrijf en wij deden altijd z’n boekhouding, maar we hadden nooit iets geks gezien. Daarom was de schok des te groter. Toen hij het vertelde, moest ik zo verschrikkelijk huilen dat ik niet meer tot bedaren kwam. Zo’n lieve gozer, en dan zo diep in de ellende zitten... Alsof we in een vreselijke film terecht waren gekomen. Ik was twee weken volledig van de kaart. Dusdanig dat ik op een dag zelfs dacht: als ik morgen niet meer wakker word, vind ik het niet eens erg.”
God om hulp vragen
“In zijn afkickproces moest hij een twaalfstappenplan doorlopen. Daarna kreeg hij een sponsor, een ex-verslaafde die hij 24/7 mocht bellen. Na een halfjaar vertelde hij ons dat z’n sponsor had gezegd: ‘Als je echt geholpen wil worden, moet je voor God op je knieën en vragen of Hij je wil helpen.’ Tot die tijd had hij niks met het geloof, ik ook niet. Hij vertelde dat ‘ie op z’n knieën was gegaan, het ongemakkelijkste wat hij ooit had gedaan, en God om hulp had gevraagd. Toen hij me dat vertelde, raakte ik enorm ontroerd – en nu ik het vertel alweer. Waarom? Omdat ik opeens m’n zoon weer terug had, hij was weer clean! Ik heb het op me in laten werken en concludeerde: God, dit ís het gewoon.”
Vrijwilligerswerk bij geitenwollensokkenmensen
“In die periode zei ik tegen m’n vrouw: dit is het moment om vrijwilligerswerk te gaan doen. Ook vanuit het idee: God heeft iets voor mij gedaan, nu wil ik iets terugdoen. Mijn zoon zei: waarom niet bij het Leger des Heils? Goed idee, vond ik, al had ik toen nog een verkeerd beeld van het Leger des Heils: geitenwollensokkenmensen – ja, ik zeg het effe grof, maar dit was mijn beeld. Ik bellen, naar de buurthuiskamer. Ik mocht gelijk langskomen. Toen ik binnenkwam, zag ik een bordje met ‘God dienen is mensen dienen’. Dát is het, dacht ik."
Samen vrijwilligerswerk doen
"Ik begon als gastheer – beetje koffieschenken, beetje babbelen – en vond het meteen leuk. Ik ontmoette eenzame mensen, mensen met een beperking of met psychische problemen en dacht: als ik alleen maar naar ze luister, kan ik al iets betekenen. Op een dag hoorde ik dat ze nog iemand voor een kindermiddag zochten. ‘Dáár weet ik wel iemand voor’, zei ik, ‘mijn vrouw wil dit gegarandeerd graag doen.’ Na een halfjaar leek het ons leuk om te koken, omdat we best wat eenzame mensen zagen. Dat mocht. Dat werd, als ik het zelf mag zeggen, eigenlijk een enorm groot succes. Elke maandag koken we voor twintig mensen. Hartstikke gezellig. En maandelijks organiseren we een bingo, dan zit hier veertig man.”
Laaiend enthousiast over God
“Als ik tegen m’n vrienden zou zeggen: God is alles voor mij, dan denken ze dat ik gehersenspoeld ben. Maar in de buurthuiskamer praat ik heel makkelijk over m’n geloof, doordat hier meer gelovige mensen zijn van wie ik veel kan leren. Toen er in de buurthuiskamer een Bijbelgroepje startte, dacht ik eerst: niks voor mij. Op een gegeven moment ben ik er toch bij gaan zitten en ik vond het meteen schitterend! Je begint met gebed, daarna wordt er uit de Bijbel gelezen en dat bespreek je dan samen: Heb jij moeite met oordelen? Wat betekent dienen voor jou? Als iedereen meer naar de Bijbel zou handelen, zou de wereld er een stuk mooier uitzien. Ikzelf ben bepaald geen heilige geworden, maar ik ben wel veranderd; milder, minder oordelend. Ik lees dagelijks uit de Bijbel en dat kost me geen moeite, ik ben nieuwsgierig. Als ik ’s morgens beneden kom, bid ik eerst. Gewoon, God bedanken voor m’n leven en vragen of Hij me die dag wil helpen goede dingen te doen. Die kracht vóel ik dan ook daadwerkelijk, ja, ja. Ik voel de rust dat Hij er is. Soms ben ik op de gekste momenten met hem aan het praten. Best bijzonder, maar wel heel fijn. Ja, ik ben laaiend enthousiast gewoon."
Eind goed, al goed
"Ik zou de buurthuiskamer nooit meer willen missen, het is een tweede thuis geworden. En m’n zoon zeemt hier om de zoveel weken de ramen. Voor niks, uiteraard. Een moordgozer.”