'Ondanks die ellende en gebrokenheid, zie je toch lichtpuntjes'

Iara vertelt over hulp bieden aan dakloze EU-burgers in Den Haag

Veldwerk en soepbus

Een groeiende groep dakloze mensen in Nederland is EU-burger. Ze zijn opgehaald door uitzendbureaus of zelf naar Nederland gekomen met de hoop op werk, op een beter bestaan dan in hun thuisland. Helaas worden zij vrij gemakkelijk dakloos: als ze hun werk verliezen, verliezen ze ook hun daaraan gekoppelde accommodatie. Wat kunnen wij als Leger des Heils voor deze mensen betekenen? EU-veldwerker Iara vertelt ons over haar werk.

Het Leger des Heils wil de omstandigheden van dakloze EU-burgers verbeteren en zet daarom medewerkers in die zich richten op deze doelgroep. Iara is EU-veldwerker in Den Haag: een combinatie van veldwerk en persoonlijke begeleiding. Daarnaast is ze belangenbehartiger, zowel voor individuele casussen als voor de gehele doelgroep. Het is bijvoorbeeld vaak onduidelijk of een EU-burger in Nederland recht heeft op opvang of andere zorg. Daarom schakelt ze veel met de (lokale) politiek, gemeente en andere partijen in de keten: ''Ik ben een onderdeel van de grotere ambitie van het Leger des Heils om voor deze groep meer te doen. Om uiteindelijk een oplossing te vinden voor de obstakels waar dakloze EU-burgers tegenaan lopen en hun rechten toegekend te krijgen''.

Kwetsbare uitzendkrachten

EU-burgers doen vaak werk dat Nederlandse arbeidskrachten niet willen doen; laaggeschoold, laagbetaald, zwaar en onveilig werk. Deze groep uitzendkrachten is kwetsbaar: niet alleen door het zware werk, maar ook doordat zij vaak de Nederlandse taal niet beheersen, minder bekend zijn met Nederlandse wet- en regelgeving en afhankelijk zijn van het uitzendbureau voor huisvesting. Wat we ook zien is dat veel EU-burgers een geschiedenis hebben van gebroken gezinnen, opgroeien in instellingen, verslaving, dakloosheid, psychische en psychiatrische problematiek, en problemen met justitie. Ze denken in Nederland te kunnen werken, geld te verdienen en een nieuw leven op te bouwen. Eenmaal hier in Nederland stuiten ze helaas op grote uitdagingen, nog bovenop de bestaande problemen die ze met zich meedragen.

Iara: ''Het werk dat hen in Nederland gevraagd wordt te doen, bijvoorbeeld 10 uur per dag in een kwekerij werken, is zo zwaar en onzeker dat het al snel allemaal van kwaad tot erger gaat. Je hoort zelfs van plekken waar drugs wordt genomen op de werkvloer om het vol te houden. Soms ontstaan er dan conflicten, bijvoorbeeld op het werk of in de kleine accommodatie die zij met te veel mensen moeten delen, en dat leidt tot ontslag. Of het werk was sowieso al tijdelijk, zoals aardbeien plukken. Als iemand dan zijn werk verliest, verliest hij ook zijn onderdak. Eenmaal dakloos kan iemand snel afglijden.''

Iara, EU-veldwerker bij Leger des Heils W&G regio Noordwest

Een kwestie van rechten

Waar dakloze EU-burgers tegenaan lopen, is dat er onduidelijkheid is over welke rechten zij hebben in Nederland. En die rechten bepalen grotendeels hoe ze moeten (over)leven. Het gaat dan om recht op toegang tot voorzieningen voor mensen die dakloos zijn. Iara: ''Zo kan het gebeuren dat iemand al zeven jaar in Nederland heeft gewerkt en belasting heeft betaald, maar bij het daklozenloket wordt gesteld dat het laatst bekende adres in Polen is en dat diegene daarom geen recht heeft op voorzieningen in Nederland. Of dat diegene een verblijfsvergunning moet aanvragen. Dit is onjuist en gelukkig zien we hier ook verandering in komen''. Zo is er vanuit het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de VNG een checklist ontwikkeld voor gemeenten om te kunnen bepalen of iemand in aanmerking kan komen voor maatschappelijke ondersteuning. 

EU-burgers kunnen zich in uiteenlopende situaties bevinden. Iara vertelt: ''Sommige dakloze EU-burgers die wij op straat zien, hebben recent werk en onderdak verloren. Hen lukt het vaak om snel weer nieuw werk te vinden. Anderen hebben een beetje hulp nodig, bijvoorbeeld bij het maken van een CV. Sommigen hebben jarenlang gewerkt in Nederland, maar hebben geen toegang gevonden of gekregen tot hulpverlening, waardoor het alsnog misgaat. Sommigen zijn al een lange tijd dakloos en afgegleden in verslavingsproblematiek''.

We zien ook mensen die nog niet hebben gewerkt, en deze groep zouden we kunnen aanduiden als ‘mensen met verward gedrag'. Zij hebben nog geen recht op maatschappelijke ondersteuning opgebouwd, maar hebben wel hulp nodig. ''Dit is bij uitstek de doelgroep van het Leger des Heils: mensen zonder helper. Ik vind dat we niet moeten blijven zeuren over ‘rechten' op deze manier. Ik vind dat iedereen recht heeft op bed, bad, brood en een menswaardige bejegening. Ik denk dat dat ook leidt tot een beter perspectief en duurzamere oplossingen dan wanneer we mensen in dakloosheid laten afglijden.''

De 'Nederlandse droom'

Omdat toegang tot hulpverlening dus lastig te organiseren is vanwege de rechtendiscussie, maar ook omdat de maatschappelijke opvang sowieso al vol zit, zijn er voor EU-burgers in de meeste gevallen drie opties: terugkeren naar land van herkomst, werk vinden of dakloos blijven. Iara: “Terugkeer naar werk doet me soms bezwaard voelen, omdat ik dan denk dat iemand het daar waarschijnlijk niet beter zal hebben. Het heeft vaak ook tijd nodig voordat iemand toe is aan terugkeer. Ik denk dat de migratiedroom hier ook speelt. Daarom is de terugkeer ook moeilijk sociaal gezien. Want je komt terug met een soms nog wel groter verlies dan toen je wegging''.

Elke persoon een ander verhaal, en andere ‘rock-bottom’: ''Soms wil iemand nog een keer proberen werk te vinden, en als dat is stukgelopen nog een keer. Met soms de conclusie: ‘Oké, dit gaat niet lukken’ of ‘Ik kan beter terug’''. In samenwerking met andere partijen kan Iara proberen EU-burgers te helpen terug te keren naar hun thuisland. Sommige EU-burgers geven echter aan liever dakloos in Nederland te blijven dan terug te keren.

Een zwervend bestaan

EU-burgers zwerven vaak van stad naar stad, in de hoop dat ze in een andere stad wél werk of opvang kunnen vinden, of omdat ze in hun thuisland eigenlijk naar de gevangenis hadden gemoeten en gezocht worden. Het Leger des Heils heeft inmiddels EU-medewerkers in verschillende steden. Zij werken onderling samen. Dit biedt de kans om EU-burgers niet ineens ‘kwijt’ te zijn, en om samen oplossingen te vinden: ''Sommigen kiezen er wel voor om terug te keren naar hun thuisland en daar hun gevangenisstraf uit te zitten, en met een schone lei te beginnen. Maar er zijn er ook veel die al jaren hier zijn en van stad naar stad hoppen. Tijdje in Amsterdam, tijdje in Utrecht, tijdje in Rotterdam… maar ook België, Frankrijk en Duitsland.''

Street Level bus op de Koekamp in Den Haag, waar vaak dakloze EU-burgers te vinden zijn.

Perspectief bieden

Iara vertelt glimlachend over een bijzondere casus: ''Linus* kwam bij ons in de inloop. Hij komt uit Letland en heeft een aantal jaar in een Russische gevangenis gezeten, heeft in Oekraïne gewoond en veel gereisd. In ons systeem stond een registratie van een paar jaar eerder, dat hij open tuberculose zou hebben. Toen we dit met hem bespraken, wilde hij dat niet laten behandelen. Hij zag geen perspectief meer en zei: ‘Ik wil niet, ik wil gewoon dood’. We hebben hem met de Street Level bus naar de dokter gebracht en hij kon worden opgenomen in het sanatorium in Groningen. Dat wilde hij wel. We hebben hem op de trein gezet en hij nam huilend afscheid. De EU-veldwerker in Groningen heeft hem daar opgevangen en naar die kliniek gebracht, en dat is super mooi! En die veldwerker gaat dan verder aan zijn casus werken''.

Lichtpuntjes

Iara geeft toe dat ook zij wel eens onbewust vasthoudt aan het stereotype beeld van een dakloze persoon: iemand die overlast veroorzaakt, die teveel alcohol opheeft of allerlei ellende met zich meedraagt: ''Maar als je dan met elkaar in gesprek gaat, dan is het eigenlijk al heel snel zo dat je gewoon de mens ziet, met een gigantisch verhaal, al vanaf zijn vroegste jeugd. En ondanks al die ellende en gebrokenheid, zie je toch lichtpuntjes. Of ergens in het verhaal gaan hun ogen stralen, of geven ze aan dat ze houden van tekenen of dat ze vroeger gebasketbald hebben. Dan zie je ze ‘shinen’, en daar probeer ik op verder te bouwen''. Door een relatie op te bouwen, kan Iara samen met collega’s en partners meer betekenen voor dakloze EU-burgers: ''Het is nooit één bak ellende, er is altijd hoop en er zijn altijd dromen. Soms lijkt iets hééél klein, zoals een telefoon voor iemand regelen of samen een cv maken, maar je ziet iemand weer helemaal opbloeien of z’n rug weer rechten''.

''Ik zie ook een verantwoordelijkheid bij henzelf. Ik kan alleen maar aanreiken, faciliteren, aanhoren, motiveren. Maar de motivatie moet vanuit henzelf komen''. Iara vertelt over Tomasz, een 19-jarige Poolse migrant die als sinds z’n 14e op straat leeft. Hij is zijn ouders verloren en is erg verslaafd: ''Het is zijn verslaving die spreekt. Ik kan daar niet doorheen. En ik kan hem hooguit het goede laten zien, opties geven, consequent zijn. Maar uiteindelijk moet bij hem ergens een knopje omgaan. Ik kan die verslaving niet doorbreken. Dus die verslaving leg ik dan terug in Gods handen.''

*De namen van Linus en Tomasz zijn fictief i.v.m. privacy.