Pierre zit in de gevangenis
‘Je kunt mensen wel opsluiten, maar het probleem ligt dieper’
Aan de vastgepinde tafel, in een klein kantoortje met een betonnen vloer, zit een grote man. Hij praat makkelijk – met een sterk Limburgs accent – en heeft gevoel voor humor. Hij is getrouwd, vader en houdt van sporten. Op het eerste gezicht is hij een man als zovelen. Met één groot verschil: Pierre zit in de gevangenis.
Om bij Pierre te komen, moet je door verschillende zwaarbeveiligde deuren, door betonnen sluizen en langs meerdere beveiligers. Buiten, aan de andere kant van de tralies, schijnt de zon. Die werpt een vrolijk licht op het groene grasveld dat is omgeven door hoge muren en hekken. Binnen is alles grijs. De vloer, de muren, de deuren. In het stelsel van gangen en deuren zou je gemakkelijk de weg kunnen kwijtraken, maar reclasseringswerker Nathalie weet de weg. Ze werkt vaak vanuit de Penitentiaire Inrichting (PI) in Sittard. Daar heeft ze ook Pierre leren kennen: hij volgt een training die zij geeft.
Pierre werkt graag mee aan het interview. Hij heeft wel wat te vertellen. Op meer begrip of sympathie hoopt hij niet direct: “De mensen die mij kennen, weten wat voor man ik ben. Dat is het belangrijkste. Wat andere mensen van mij denken, maakt mij niet zo heel veel uit.” We hebben precies een uur. Het tijdsschema in de gevangenis is strak. Hij moet op tijd terug zijn in zijn cel.
Pierre over reclasseringswerker Nathalie van het Leger des Heils: "Ik ben blij dat ik naar Nathalies trainingen ben gegaan. Ze hebben mijn leven in de gevangenis veel draaglijker gemaakt, omdat ik me door Nathalie niet veroordeeld voelde. Zij bejegende me als mens en zet zich daadwerkelijk in voor de gedetineerden. Zonder Nathalie was ik wellicht door het lint gegaan als ik me door bepaalde mensen of regels tegengewerkt en niet begrepen voelde. Nathalie was mijn uitlaatklep en dat wekelijks, ruim een jaar lang. Ik ben hier enorm dankbaar voor. Ook nu ik in de kliniek verblijf, hebben we nog contact en bezoekt ze me regelmatig."
Geen veilig thuis
Pierre groeit op in het zuiden van Limburg. Van een fijne jeugd is geen sprake. Pierre: “Ik ben opgevoed door een psychotische, narcistische en alcoholistische vader. Op een goede dag kreeg ik klappen met de hand, en goede dagen waren er weinig.” Het klinkt volgens Pierre misschien vreemd, maar hij wende er aan. “Op een gegeven moment voelt het normaal. Je weet niet beter.” Niet alleen lichamelijk, maar ook psychisch had Pierre het vaak zwaar te verduren. “Mijn vader wist me altijd te kleineren. Mijn moeder heeft voor mij een miskraam gehad. Volgens mijn vader was ik de troep die was achtergebleven.”
Deze heftige psychische en lichamelijke mishandeling, resulteren in een sterke afkeer voor mannelijk gezag bij Pierre. “Voor vrouwen heb ik altijd respect gehad. Dat is er letterlijk ingeslagen. Maar naar een man kan ik slecht luisteren.” Dit kwam ook tot uiting op school. “Dat was problematisch. Ik kon slecht luisteren naar mannen en was bovendien erg sterk voor mijn leeftijd. Met vijf of zes leraren hielden ze mij niet tegen. Leren zat er trouwens ook niet in. Dat ging niet thuis.”
Pierres verhaal gaat verder onder de foto.
Overleven
Pierre: “Ik was bezig met overleven. Altijd overleven. Tegenwoordig heb je jeugdbescherming. Er was toen, in de jaren tachtig en negentig, nog niet zoveel bekend over huiselijk geweld. Leraren moeten hebben gezien dat ik onder de blauwe plekken zat tijdens gym. Maar niemand deed iets. Niemand vroeg zich af of alles wel goed ging bij ons thuis.” Door de continue mishandelingen, was er voor Pierre geen tijd om te dromen of een carrière te ambiëren. “Nee, ik had geen dromen of ambities. De bouw leek me wel wat, maar ik had niet echt een doel.” Het leven is hard voor Pierre. Op 17-jarige leeftijd krijgt hij een ongeluk waarbij hij zijn sleutelbeen breekt. Na zijn ongelukkige jeugd gaat hij op 18-jarige leeftijd aan het werk in de bouw. In de jaren daarna krijgt hij tot twee keer toe kanker en een zware burn-out. Uiteindelijk krijgt Pierre een WIA-uitkering. “Ik denk weleens: het is allemaal een test. Maar ik red het wel. Gelukkig ben ik sterk. Dan bedenk ik maar dat het beter mij kan overkomen dan iemand anders die het niet aankan.” Even is hij stil. “Ja, ik ben wel hard voor mezelf. Kritisch ook. Het moet perfect.”
Foute vrienden
In 2021 probeert Pierre vanuit huis een eigen bedrijfje op te zetten, omdat stilzitten niets voor hem is. Dat lukt en hij heeft zijn leven aardig op de rit. Dat hij in de gevangenis belandt, is een combinatie van foute vrienden, naïviteit en misschien ook wel pech, vertelt hij. Voor vrienden bewaart hij verschillende koffers in een opslag op zijn terrein. Zonder het te weten had Pierre een behoorlijk groot wapendepot in zijn kelder. “Ik zeg echt niet dat het allemaal de schuld van iemand anders is, ik ben te naïef geweest. Maar ik wist het echt niet.” Pierre werd door de Nederlandse justitie aangehouden in Duitsland en zat daar van 2017 tot 2019 vast. Door internationale juridische afspraken kon Pierre worden overgeplaatst naar Nederland, waar hij in vrijheid, maar onder voorwaarden, de rechtszitting mocht afwachten. In hoger beroep kreeg Pierre vier jaar gevangenisstraf. Die zit hij sinds 2022 uit in een Nederlandse gevangenis.
Resocialisatie
Het leven in de gevangenis is, zo zegt Pierre, ‘waardeloos’. “Kijk, ik begrijp heel goed dat mensen gestraft moeten worden. Die straf is dat mensen niet mee mogen doen in de samenleving. Maar het doel van de straf is natuurlijk wel dat je erna weer goed terugkeert in de samenleving. Resocialisatie moet het uitgangspunt zijn. Maar die kans krijg je hier amper. Ik kan hier niet echt studeren en het pakket van onderwijs is nihil. De sociale werkplaats is ook niet veel waard. Je kunt er wel certificaten verdienen, maar daar heb je buiten [de gevangenis, red.] niets aan. Nederland zou een voorbeeld kunnen nemen aan het gevangenissysteem in onder meer Duitsland, waar je beroepsgerichte opleidingen kunt volgen en flink kunt sparen.”
‘Ik zie hier op de afdeling zoveel jonge mensen die nu al diep in de criminaliteit zitten. Waar is de zorg?’
Waar is de zorg?
Pierre snapt best dat hij, iemand die in de gevangenis zit, niet hoeft te rekenen op sympathie als hij vertelt dat de omstandigheden daarbinnen niet goed zijn. Toch is het volgens Pierre nodig om zijn ervaring te delen. “Ik zie hier op de afdeling zoveel jonge mensen die nu al diep in de criminaliteit zitten, zoveel mensen met een verslaving. Je kunt al die mensen wel opsluiten, maar het probleem ligt dieper. Als je de problematiek niet bij de wortel aanpakt, gaat de recidive [het opnieuw plegen van strafbare feiten, red.] niet omlaag. Als je hierbinnen niets leert, en niet de kans krijgt om aan een goede terugkeer te werken, zit je zo weer binnen. Dat is geen draaideurcriminaliteit, maar falend beleid. Waar is de zorg?” Het is een zin die hij meerdere keren herhaalt tijdens het gesprek. Waar was de zorg toen hij als kind huiselijk geweld onderging? Waar is de zorg nu voor mensen in een kwetsbare positie?
Voorwaardelijke vrijheid
In januari 2025 komt Pierre voorwaardelijk vrij. Eerst volgt er nog een klinische plaatsing. Daar krijgt hij behandeling voor zijn trauma’s, in een andere instelling. “Ik ben blij dat ik eindelijk hulp krijg. Maar ik heb ook knikkende knieën hoor. Ik ben bang voor wat er allemaal naar boven komt, wat ik heb verdrongen. Toch zal ik eerst dieper moeten, alles onder ogen moet komen, om daarna verder te kunnen met het opbouwen van mijn leven.”
Trouwen tussen de tralies
Pierre ziet het wel voor zich om zijn leven weer op te bouwen. “Ik wil vooral weer veel tijd doorbrengen met mijn vrouw en kinderen. Een goede partner en vader zijn.” Pierre kent zijn vrouw al heel wat jaren. Omdat er tijdens zijn detentie een wijziging nodig is van het huurcontract, en het daarvoor handig is als ze getrouwd zijn, besluiten ze te trouwen in de gevangenis. “Het is natuurlijk niet ideaal en redelijk uitzonderlijk, maar je hebt het recht om te trouwen, ook als je vastzit.” Daarom hebben ze in het bijzijn van hun kinderen en goede vrienden elkaar het ja-woord gegeven in de gevangenis. Als hij straks weer vrij is, komt er misschien nog wel een groot feest om het te vieren. “Maar er staan eerst wat andere bruiloften in de familie op de planning, die gaan voor.” En waar hij nog meer naar uitkijkt, als hij straks weer vrij is? “Lekker eten. Verse groenten, man, wat kijk ik daar naar uit.”