Pleegouder ben je niet zomaar, daar kies je heel bewust voor. Zo ook Aranka en Mark. Vijf jaar geleden kwam de tweeling Jasmijn en Merel in hun leven. Aranka vertelt hoe zij en haar man ervoor kozen om dit avontuur aan te gaan. Want gemakkelijk was die keuze niet.
'Ineens waren ze er, de meisjes. Een tweeling van twee weken oud. We wilden altijd een groot gezin. Maar na drie zware zwangerschappen en bevallingen, en daarnaast ook veel miskramen, was zelf kinderen krijgen geen optie meer. Dan kiezen voor een pleegkind? Mijn echtgenoot Mark stond er positief tegenover. Zorgen voor een kind dat geen goed thuis heeft, dat is toch mooi om te doen? Eerst wilde ik het niet, ik zag vooral beren op de weg. Door mijn werk in het speciaal onderwijs kende ik voorbeelden van kwetsbare kinderen met moeilijk gedrag die een veilig thuis nodig hadden. Dat waren moeilijke situaties en ingewikkelde casussen.'
Angsten
‘Toch begon het idee van pleegouderschap te groeien. We deden al weekendopvang, en Mark liet vaak blijken hoe leuk hij dat vond. Mijn gevoelens waren nog wat dubbel, tot die dag dat we vrijblijvend naar een pleegzorgvoorlichting gingen bij het Leger des Heils. Gewoon eens kijken wat het inhoudt, dacht ik. Daar kwam een video voorbij met een duidelijke boodschap: wij geloven dat wij niet leven voor onszelf. Dat raakte mij. Dat gevoel van niet leven voor jezelf, maar op aarde zijn om iets te betekenen voor een ander, dat ging over ons. Gaandeweg dachten we steeds meer na over pleegouderschap. Natuurlijk had ik angsten. Zou een pleegkind in ons gezin passen? Hoe is dan de dynamiek? Kun je net zoveel houden van een kind van een ander? Die angsten heb ik bij God geparkeerd. Je moet ervaren hoe het is. Uiteindelijk besloten we ervoor te gaan, met als voorwaarde dat ons pleegkind jonger zou zijn dan onze jongste zoon die toen twee jaar oud was.’
Pleegouders gezocht
Kinderen hebben een stabiele omgeving nodig om op te groeien, maar duizenden jongens en meisjes leven in een onveilige situatie. Het Leger des Heils zoekt pleegouders in de provincies Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel en Gelderland. Kun jij een kwetsbaar kind een thuis bieden? Een informatiebijeenkomst over pleegzorg kan je verder helpen met deze vraag. Vind hier een informatiebijeenkomst bij jou in de buurt.
Babytweeling
‘Ik was aan het werk toen Mark belde. Dat deed hij nooit, er moest wel iets bijzonders aan de hand zijn. Hij schetste kort de situatie: het Leger des Heils zocht met spoed een pleeggezin voor een ongeboren tweeling. Een ingewikkeld verhaal. Mensen die kozen voor één pleegkind waren te vinden, maar niet voor twee baby’s tegelijk. Allerlei gedachten gingen door me heen. Als wij geen ja zouden zeggen, halen ze de tweeling dan uit elkaar? Die avond hebben we onze ouders om ondersteuning gevraagd. Als wij hiervoor zouden kiezen, zouden zij dan ook een rol kunnen spelen? Onze ouders zorgen op vaste dagen voor onze drie kinderen. Konden ze het aan om ook voor een tweeling te zorgen? Wilden ze dat wel? Dat commitment was heel belangrijk voor ons, alleen zouden we het niet redden. We legden het ook onze kinderen voor. “Er worden twee baby’s geboren, zouden jullie het leuk vinden als zij in ons gezin komen?” Het leek ze leuk. Al kun je natuurlijk niet van jonge kinderen verwachten – onze dochter en zoons waren 7, 5 en 2 jaar oud – dat zij kunnen overzien wat dit werkelijk betekent voor ons gezin.’
Minimensjes
‘Het was een rollercoaster. Van de ene op de andere dag hoorden we: “Ze komen morgen.” Twee weken oud, minimensjes in hele grote Maxi-Cosi’s. De meisjes waren geboren met een te laag geboortegewicht. Jasmijn was 1.610 gram, Merel woog bijna 2.000 gram. Het overweldigde me, ze waren zo klein. Wat moest ik doen? De mensen die de meisjes brachten, de voogd en een begeleider, wisten niet wie wie was. Gelukkig hadden ze zo’n ziekenhuisarmbandje om. Ik legde de meisjes naast elkaar in de box. Hun brengers vertrokken, ons achterlatend met een brief van het ziekenhuis en een lijstje van de apotheek. De volgende dag kon ik bellen met de verpleegkundige. Mark was rustig, dit gaan wij regelen, zei hij. Hij ging direct praktisch aan de slag, de boodschappen doen, naar de apotheek.’
Tekst gaat verder onder de foto's.
‘Waar bloed ons niet met elkaar verbindt, doet de liefde dat wel’
Oergevoel
‘Intussen was ik aan het ijsberen, hoe ging ik dit doen? Tot een van de meisjes begon te huilen. Ik pakte haar op, kon haar troosten. Een oergevoel kwam over me. En het signaal: God geeft mij niet meer dan ik dragen kan, dus kom maar, ik kan dit. De volgende dag gaf de verpleegkundige me het beste advies ooit. Ze zei: wat zij nu nodig hebben is rust. Voeden, en stil en donker wegleggen, niet mee zeulen. Dat deed ik en zo had ik voldoende tijd voor de oudste drie en konden de meisjes rustig integreren in ons gezin. De momenten dat ze de fles kregen, waren ook de knuffelmomenten. Ze groeiden als kool, dat ging erg goed. Als moeder kun je zo’n schuldgevoel hebben, je wilt je baby niet steeds wegleggen. Nu werd me opgelegd: ze zijn te klein, ze moeten groeien. Even bij de baby’s kijken deden we wel. Kijken en een voetje aaien, het was ook heel wat voor de kinderen. Een aardverschuiving. Van de een op andere dag hadden we twee baby’s in huis.’
'Ze horen er zo bij dat we soms vergeten dat het pleegkinderen zijn'
Dynamiek
‘Je wordt niet zomaar pleegouder, je volgt eerst een pleegzorgcursus bij het Leger des Heils. Daar leerden we wat het betekent om pleegouder te zijn en wat er bij pleegzorg komt kijken. Ook volgt een huisbezoek en een gesprek over visie op opvoeding en je financiële situatie en of je genoeg draagkracht hebt. Je krijgt trouwens als pleegouders ook een financiële vergoeding vanuit de overheid. Het ingewikkelde vind ik: kun je een gezin blijven, zo liefdevol en zorgend voor elkaar als het bestaande gezin. Want vergis je niet: de komst van pleegkinderen verandert de dynamiek binnen het gezin. Je moet daar scherp op blijven, ervoor zorgen dat ieder zijn plaats behoudt. Nu kan ik zeggen: onze meiden zijn volwaardige gezinsleden. Ze horen er zo bij dat we soms vergeten dat het pleegkinderen zijn. Wij zeggen altijd en voelen dat ook echt zo: jullie groeiden niet onder mijn hart, maar er binnenin. Waar bloed ons niet met elkaar verbindt, doet de liefde dat wel. We doen het samen en we hebben samen best veel draagkracht. Toen de meiden klein waren, was het soms lastig. Mark was als vrachtwagenchauffeur veel weg, ik zorgde voor de kinderen. En ik werkte op maandag en dinsdag. Die eerste maanden heb ik ouderschapsverlof opgenomen, dat kan ook voor pleegkinderen. Toen ik eenmaal weer ging werken, pasten onze ouders op. De kinderen gingen een dag naar mijn moeder, de andere dag paste mijn schoonmoeder op.’
Vakantie
‘Voor onze oudste dochter Madelief was het wel eens lastig. Ze was zeven toen de meisjes kwamen. Ze had er van alles van verwacht, leuk spelen, zusjes erbij. Maar ze vond het maar gedoe, ze konden nog niets. Straks wordt het pas echt leuk, zeiden we. Nu de meiden vijf zijn, zijn ze kop en kont met elkaar. Madelief, mogen we make-up? Mogen we kleuren en op jouw kamer spelen? Nu vindt ze het prachtig als oudste zus. Uiteraard zijn structuur en rust in je gezin heel belangrijk. Spontaan even iets doen samen begint nu weer op gang te komen, nu het goed gaat met de kinderen en ze groter worden. We zijn tevreden met kleine dingen. Dit jaar gaan we voor het eerst met het hele gezin op vakantie naar het buitenland, naar Denemarken. Voor de meiden moesten we toestemming vragen van de voogd - dat waren we gewoon vergeten, zo eigen voelt het.’
Geluk
‘Ons geluk is met geen pen te beschrijven. De voldoening die we hebben nu ze zo goed groot zijn geworden, onze twee vrolijk rondrennende kleuters. Als je bedenkt hoe het voor ze geweest had kunnen zijn als er geen pleeggezin voor de meisjes samen was gevonden? Dat gevoel is alles overstemmend. Voor ons gezin was dit de beste casus die wij konden krijgen. De meisjes waren pasgeboren, ze waren samen. We konden die hechting nog krijgen. Het voelt als een cadeau: we kregen er twee prachtige meiden bij. Die voldoening heeft alle zwaarte overstemd. We zijn onwijs trots op de kinderen. Zij kregen een eerlijke kans, dat laten zij ons elke dag zien. Ze zijn geen casus meer, het zijn onze kinderen. We zijn superhecht geworden als gezin.’