Beau van Erven Dorens daklozen
Maatschappelijke opvang

Beau van Erven Dorens: 'Stop met het betuttelen van daklozen'

De overheid is een onneembare vesting voor daklozen. Beau heeft een plan.

Wat had het me mooi geleken om hier op te schrijven dat het aantal daklozen in Nederland al jaren afneemt. Hoe anders is de werkelijkheid. De coronacrisis maakt deze stijgende trend alleen maar schrijnender. De overheid zou zich ernstig moeten afvragen hoe het tij te keren en zoveel mogelijk daklozen te ‘redden’.

Als BN’er behoor ik hier eigenlijk mijn mond over houden, maar als presentator en producent van programma’s over daklozen durf ik me hier inmiddels hardop over uit te spreken. Sterker nog, ik voel me verantwoordelijk gehoor te geven aan de roep vanuit de samenleving, die - als je het mij vraagt - niet luid genoeg is. Dat komt natuurlijk omdat iedereen met zichzelf bezig is. Het is in deze coronatijd pompen of verzuipen. Wat dat betreft lijken alle crises op elkaar. Altijd vallen dezelfde mensen buiten de boot. Zij die het minst hard schreeuwen, lijden in stilte.

Wij gaven een duw in de goede richting, maar ze deden het zelf.

Wat te doen?

Ten eerste: niet cynisch worden. Als er iets is waar ik de soldaten van het Leger des Heils om bewonder, dan is het om hun doorzettingsvermogen en optimisme. Ieder mens verdient zorg en liefde. Bij The Amsterdam Project, Het Rotterdam Project en De Sleutel (drie programma’s over daklozen bij RTL4) was het uiteindelijk de dakloze zelf die het succes van de hulp bepaalde. “Jij moet het doen”, zei ik dwingend tegen elk van hen. “Wat zijn je plannen? Hoe ga je eruit komen? Waar ga je beginnen?” Wij gaven een duw in de goede richting, maar ze deden het zelf.

Kastje naar de muur 

Precies daar ligt mijn grote bezwaar tegen de manier waarop de overheid met daklozen omgaat. Voor verreweg  de meesten van hen is de overheid een onneembare vesting. Al die loketten, al die regels, het gebrek aan woonruimte, het gebrek aan een evenwichtig beleidsplan vanuit Den Haag… Mijn team hangt soms dagen aan de telefoon in de hoop iemand te pakken te krijgen. Als dat lukt, worden ze vaak doorverwezen. Soms naar iemand anders, maar soms ook naar ‘een loket’, of een site. Als wij er al niet uitkomen, hoe gaat een dakloze, die de hele dag angstig van hot naar her door de stad loopt, op zoek naar eten, veiligheid en een plaats om te slapen – hoe gaat hij dat dan doen?

Het plan

Ik pleit al jaren voor het oprichten van kleine, beslissingsbevoegde teams van een man of vijf, samengesteld uit een ambtenaar van de gemeente, een veldwerker en drie hulpverleners. Zij selecteren tien daklozen die potentieel succesvol zijn, en gaan hen zeer intensief begeleiden. Samen met de dakloze wordt een persoonlijk plan opgesteld waaraan hij zich onvoorwaardelijk moet committeren. Werkt die niet of slecht mee, dan moet hij zijn bevoorrechte plaats afstaan aan een ander. Deze tactiek vereist honderd procent inzet van de dakloze zelf. Zo’n plan wordt een groot succes, daar steek ik mijn hand voor in het vuur. Voorwaarts!