Jeugdbescherming
Jeugdbescherming

Verdragen

Column uit de jeugdbescherming

De dagen worden korter en om dat te compenseren verschijnen in de straten lichtjes binnens- en buitenshuis. Lichtpuntjes in donkere dagen. Het is al weer december en alle feestelijke voorbereidingen zijn in volle gang. Ongelofelijk hoe snel een jaar voorbij gaat.

In de maand december kan er ook altijd gestemd worden op het woord van het jaar. In 2023 is ‘graaiflatie’ door Van Dale verkozen tot woord van het jaar. Dit woord verwijst naar het stiekem opdrijven van de prijzen in tijden van crisis.

Strijdbaar

Ik zou niet weten welk woord in Nederland op dit moment hip is (alhoewel, als ik mijn kinderen eens beluister kan het zo maar zijn dat ‘bro’ hoog op het lijstje staat). Maar een woord dat ik het afgelopen jaar tijdens externe overleggen vaak voorbij heb horen komen is ‘verdragen’.  Een woord dat op het eerste gezicht niet goed past bij de reputatie van onze organisatie: strijdbaar zijn.

Het doet me denken aan een casus van jaren geleden. In die casus kreeg ik te maken met een jongen van 13 jaar oud die in een erg lastige situatie verkeerde. Zijn vader was verliefd geworden op de buurvrouw, van zijn moeder gescheiden en vervolgens bij zijn nieuwe liefde ingetrokken. Een ontzettend ingewikkelde situatie in een volksbuurtje, waarbij de ene helft van de straat de kant van vader koos en de andere kant van de straat aan moeders kant stond. Hierdoor ontstond er met regelmaat een opstandje in de weekenden, die vervolgens op straat verbaal werd uitgevochten. De ene politiemelding na de andere vloog me om de oren.

Keuze

Deze jongen kreeg dit natuurlijk allemaal mee en besloot een keuze te maken gebaseerd op, in zijn ogen, dader en slachtoffer. In de praktijk was de uitwerking hiervan dat deze jongen bij zijn moeder, en inmiddels nieuwe partner, woonde en alle vorm van contact weigerde met vader. Naast dat er zorgen waren om het drankgebruik van de nieuwe partner van moeder, werd als grootste risico gezien dat deze jongen geen contact had met vader en hierdoor dus bedreigd werd in zijn identiteitsontwikkeling.

Ruimte en tijd

Nu was deze jongen van zichzelf niet erg spraakzaam, maar in de gesprekken die ik alleen met hem voerde werd al snel duidelijk dat ik hem niet zou kunnen overhalen om het contact met vader op enige wijze te herstellen. Omdat hij zijn standpunt, ondanks zijn weinige woorden, naar mij zo duidelijk kon overbrengen, heb ik vanaf begin af aan besloten niet te gaan trekken aan enige vorm van omgang. Gedurende het jaar van de ondertoezichtstelling hebben we verschillende gesprekken gevoerd, waarin het standpunt ongewijzigd bleef. Het werd mij duidelijk dat ruimte en tijd voor hem nodig waren om in de toekomst mogelijk wel weer stappen te ondernemen.

Geen verlenging

De gesprekken met vader hierover waren natuurlijk niet gemakkelijk. Het ‘gevecht’ tussen beide ouders was nog volop aan de gang en op mijn advies deze jongen ruimte te geven kon vader, ergens logisch ook, geen gehoor geven. Aan het einde van het jaar stonden we zo ook weer tegenover de kinderrechter, waarbij ik te kennen gaf dat verlenging van de maatregel geen wijziging zou brengen in het standpunt van deze jongen. Dat ik deze jongen daarnaast ook heb leren kennen als een kind dat goed weet wat hij wil en dat hij op school een mentor had waar hij goed mee kon praten over zijn situatie. Hoewel vader zich hierin absoluut niet kon vinden, heeft de kinderrechter besloten mee te gaan in mijn overwegingen en de ondertoezichtstelling niet verlengd.

Verdragen

Eigenlijk heel bijzonder, want het doel was absoluut niet behaald. En ook mijn zorgen waren echt niet volledig weggenomen. Maar door een maatregel zou ik deze jongen niet beter kunnen beschermen. Sterker nog, ik was van mening dat deze maatregel de situatie voor dit kind alleen maar verergerde, aangezien dit voor ouders een extra rechtsgang bood. Dus besloot ik, toen al, te verdragen, zoals ik de daarop volgende jaren ook veel heb gedaan.

Dat is niet altijd makkelijk geweest. Het vraagt om de gedachte toe te laten dat het middel het doel niet dient. Dat de wereld niet maakbaar is. Dat je niet kunt helpen, terwijl je daarvoor bent aangesteld.

Verdragen vraagt om moed en lef. En daar komt het strijdbare gen van het Leger des Heils om de hoek kijken. Iedere dag zie ik voorbeelden van deze moed en lef om mij heen. En dat zijn de lichtpuntjes die voor mij het werk dragelijk maken.