reclassering voorwaardelijke invrijheidsstelling column

Waarom eenvoudig als het ook moeilijk kan?

Columns uit de reclassering

Reclassering
Tekst: Pia Hoff

Bij een voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.) zou je denken dat er iemand in vrijheid wordt gesteld met voorwaarden. Maar soms is het ingewikkelder.

We krijgen een opdracht binnen voor een toezicht tijdens een voorwaardelijke invrijheidstelling. Veel te laat weer. Het is december en de startdatum was in juli. Het OM heeft gebeld met de vraag of wij de beschikking aan betrokkene willen overhandigen en hem laten tekenen voor ontvangst. Want ze zijn meerdere keren aan de deur geweest en hij was niet thuis en onbereikbaar.

Bakkie doen

Hm, vreemd, kennelijk loopt hij al buiten rond. Het is Arif, een oude bekende van mij, ik heb al verschillende toezichten met hem gehad. Als hij mijn brief ontvangt, belt hij meteen. Zo onbereikbaar is hij dus blijkbaar niet. “Volgens mij kan ik helemaal geen toezicht hebben en geen v.i., ik ben over deze zaak nog in cassatie.” Ik antwoord: “Toch hebben wij de opdracht, dus laten we een afspraak maken, dan kunnen we het samen uitzoeken”. “Oké”, zegt hij, “altijd prima om met jou een bakkie te doen en even bij te kletsen”

Hij is weinig veranderd. Trainingspak, sneakers van het soort dat dicht bij pantoffels komt, haar strak in model en plat op het hoofd. Een enthousiaste begroeting.

“Hoe gaat het met u?”, roept hij al van de andere kant van de gang.

‘’Ik kan echt geen v.i. hebben hoor, mijn advocaat zegt ook dat het niet klopt, want ik ben nog in cassatie en heb de detentie al helemaal uitgezeten, dus ben ik nu geschorst’’.

Advocaat

Wacht even, dit is een ingewikkeld verhaal. Hij snapt het zelf ook niet goed genoeg om het te kunnen uitleggen. “Laten we eerst even checken of we het wel over dezelfde zaak hebben, zeg ik. Het parketnummer klopt, dus ja, we hebben het over dezelfde zaak. “Weet je wat”, zegt hij, “ik bel mijn advocaat wel even, die kan het beter uitleggen.” De advocaat neemt gelukkig op en weet het ook nog eens uit te leggen.

“Hij is veroordeeld voor 30 maanden gevangenisstraf en toen is hij in hoger beroep gegaan. Maar de rechter heeft directe uitvoerbaarheid uitgesproken. Dat betekent dat de straf toch direct moet worden uitgevoerd. Er wordt niet eerst gewacht op een uitspraak in het hoger beroep. En dan heet het preventieve hechtenis, omdat de uitspraak er officieel nog niet is.

Terwijl hij in de gevangenis zat verloor hij het hoger beroep en is hij in cassatie gegaan. Dat is de laatste mogelijkheid om nog strafvermindering te krijgen.

Maar terwijl de cassatie nog loopt heeft hij zijn v.i.-datum bereikt. Dat is de datum waarop een gedetineerde in aanmerking kan komen voor een voorwaardelijke invrijheidsstelling. Dat hij eerder naar buiten mag, onder bepaalde voorwaarden.

Maar in dit geval, omdat het nog steeds een preventieve hechtenis was, was dat niet de echte vi-datum, maar een voorlopige. Vanaf die datum mag de advocaat aanvragen om hem vast vrij te laten (schorsen), omdat hij het maximale aantal maanden van de mogelijke gevangenisstraf al heeft uitgezeten.

Dus is alles nog steeds alleen voorlopig en pas als er een uitspraak in de cassatie is en hij krijgt daarin geen gelijk, dan gaat de echte v.i. met voorwaarden lopen.”

“Aha.”

“Begrijpt u?”

Ja, ik begrijp het. En ik snap ook dat de gemiddelde veroordeelde zijn eigen zaak niet altijd begrijpt.

“Maar het zou zomaar kunnen”, gaat de advocaat verder, “dat er toch al een uitspraak is, maar dat ze die niet hebben doorgegeven. Dat maken we vaker mee, dat uitspraken niet goed of te laat worden doorgegeven.”

Dat ga ik dus eerst uitzoeken. Om te weten of dit een foute opdracht is, of dat er toch al een uitspraak is. Na mijn uitzoekwerk blijk er inderdaad al een uitspraak te zijn, die niet was doorgegeven aan de advocaat. Al in juli. Dus het toezicht moet wel worden uitgevoerd en loopt officieel al vanaf juli.

“Prima”, zegt Arif. “Gesprekken met u zijn toch geen straf voor mij. Zeker niet als er van de tien maanden nu toch al vijf voorbij zijn.”

Tja.

 

Over Pia
Ruim 13 jaar werk ik nu bij de reclassering. Daarvoor heb ik 17 jaar met oorlogsgetroffenen gewerkt. Je zou denken een omslag van slachtoffers naar daders. Dat is ook zo, maar ik heb in die 17 jaar ook heel wat daders ontmoet en de afgelopen 13 jaar vele slachtoffers. Er is altijd een verhaal met meerdere (onvermoede) kanten dat je moet kennen om de beweegredenen en de keuzes van iemand te begrijpen.

Dit jaar ben ik zestig geworden en ik had nooit gedacht dat dit zo’n mooie leeftijd is. In de kracht van mijn leven, vol energie en mèt die wijsheid die met de jaren komt, voelt de tijd die ik voor de boeg heb als een grote rijkdom. De interesse voor mijn werk, zowel met slachtoffers als met daders, komt voort uit dezelfde passie als mijn liefde voor literatuur. Vanuit mijn zoektocht naar wat mensen beweegt: wat maakt hen tot wie ze zijn, wat brengt hen ertoe te doen wat ze doen? Ten kwade of ten goede? En daar dan woorden voor vinden die inzicht geven, verhelderen en prikkelen tot nadenken.

Reclasseringswerkers Pia en Sofie