Ik ben nog maar net op kantoor als ik telefoon krijg vanuit de FVK (Forensische Verslavingskliniek), waar mijn cliënt sinds vorige week is geplaatst. Het is niet de eerste keer dat hij mij belt. Hij belde al toen hij aankwam, nog voordat hij naar binnen ging. Want dàt had hij niet verwacht. “Dit is een gevangenis,” zei hij. “Hier staan muren omheen en prikkeldraad en de hele procedure om naar binnen te gaan is net als de gevangenis.”
“Toch is dit waar je geplaatst bent vanuit het vonnis”, zei ik. Wij van de reclassering kunnen geen klinische plaatsingen doen. We vragen een indicatie aan bij IFZ (Indicaties Forensische Zorg) en zij maken de indicatie, die ze daarna doorsturen naar DIZ (Divisie Individuele Zaken) en zij regelen de daadwerkelijke plaatsing in een kliniek. De kliniek kan dan nog een wachtlijst hebben, wat in dit geval ook zo was. Daarom heeft DIZ voor mijn cliënt een zogenaamde overbruggingsplek geregeld in deze kliniek, die voor hem wel verder van huis is. Maar met de belofte dat hij overgeplaatst kan worden zodra er plek komt in de kliniek dichter bij huis.
Gesloten
In eerste instantie weet ik hem toch naar binnen te praten. Maar als hij goed en wel binnen is, belt hij alweer. “Dit is echt geen plek voor mij, dit ga ik niet trekken. Ik zit hier gewoon op een gesloten afdeling. Dat heb ik niet nodig, in de gevangenis heb ik het toch heel goed gedaan en ik ben al maanden clean!” Dat is zo, maar het vorige toezicht is ook mislukt en andere, eerdere trajecten in het verleden hebben hem er kennelijk ook niet vanaf geholpen.
Hij is inmiddels al bijna veertig jaar verslaafd. Toen hij anderhalf jaar geleden bij mij onder toezicht kwam, was hij ook ‘clean’ uit de gevangenis gekomen en vol goede voornemens en beloftes. Hij zou ambulant worden behandeld en ècht niet meer gaan gebruiken. Hij mocht toen bij zijn vriendin wonen, met een enkelband. Zij houdt van hem en wil hem graag een kans geven. Ze is een pittige vrouw die hem zegt waar het op staat en eerlijk is naar de reclassering als het mis gaat. En het ging mis. Op alle fronten.
Ruzie
Al snel ging hij weer gebruiken en ze kregen steeds vaker ruzie. Zij vertelt dat ze echt gek op hem is, zoals hij is zonder cocaïne. Maar zodra hij ook maar een beetje heeft gebruikt, verandert hij in een harde, kille en afstandelijke persoon. Uiteindelijk zet ze hem het huis uit. Hij kan tijdelijk in het huis van een vriend wonen en houdt zich daar korte tijd wel goed aan de afspraken. Inmiddels is er ambulante behandeling, een systeemtherapeut, een budgetcoach en een coach voor dagelijkse praktische begeleiding betrokken. Maar al snel weten de dealers hem ook op het nieuwe adres te vinden en niet lang daarna zit hij weer vast wegens diefstal.
Dus nu heeft de rechter een klinische opname in het vonnis toegevoegd. En weer komt hij na een aantal maanden ‘clean’ de gevangenis uit. Maar ditmaal heb ik geregeld dat hij wordt opgenomen in een verslavingskliniek. En die ziet er dus zo uit. Met muren, prikkeldraad en een gesloten afdeling, waar hij de eerste zes weken ter observatie binnen zit.
Gedwongen
Van die zes weken zijn er nu twee voorbij en hij heeft mij bijna iedere dag gebeld omdat hij het niet uithoudt, niets te doen heeft en dit niet is wat hij had verwacht. Uiteindelijk belt zijn behandelcoördinator en vraagt mij wat wij gaan doen als zij hem laten gaan. Want het is geen gedwongen opname, wat betekent dat ze hem niet vast kunnen houden als hij echt weg wil.
Ik weet dat niemand hem kan helpen als hij dat niet wil. Ik weet ook dat door een zachte heelmeester de wond alleen maar erger zal gaan stinken, zeker bij zo’n ernstige verslaving. Hoewel ik dit heel moeilijk vind, besluit ik toch om hard en duidelijk te zijn. “Als hij besluit om weg te gaan, zal ik hem direct terug melden. Dan gaat hij weer de gevangenis in. En dan trek ik ook mijn handen van hem af. De kans is dan heel groot dat de rechter een veel langere gevangenisstraf zal opleggen.”
Open afdeling
De volgende dag hoor ik dat hij toch heeft besloten om te blijven. Hij wordt een paar dagen later overgeplaatst naar de kliniek dichter bij huis. Maar ook deze kliniek ziet er hetzelfde uit. Met muren en een gesloten afdeling. En hij hangt weer aan de telefoon. Hij wil meer vrijheden, hij wil naar een open kliniek, hij wil iets te doen hebben, hij wil verloven en meer kunnen bellen met zijn vriendin. Hij is immers nu al een paar maanden clean, dus hij hoort hier echt niet thuis…
En weer word ik door de behandelcoördinator gebeld. Ik vertel haar zijn voorgeschiedenis en mijn (harde) standpunt, dat niet veranderd is. Hij zal moeten kiezen: buigen of breken. De kans is waarschijnlijk 50/50. Ik realiseer me heel goed hoe zwaar deze situatie voor hem moet zijn. Het is een hard gelag en zeker geen fijn vooruitzicht om nog een aantal maanden op die plek te moeten doorbrengen. Maar ik heb inmiddels ook geleerd dat clean zijn iets heel anders is dan afgekickt zijn. Als de cocaïne je al zo lang in zijn wurggreep houdt, kom je niet zomaar vrij. Je bent niet gevangen tussen muren, maar in je eigen hoofd. Als het lukt om je daaraan te ontworstelen, dàn pas ben je echt vrij.