Opleiding tot officier
Een officier heeft als geestelijk leider een bijzondere plaats in kerk en samenleving, omdat hij/zij actief is op het kruispunt van geloof en maatschappelijke zorg. Het officierschap wordt dan ook gekenmerkt door een hele praktische manier van christen-zijn. Dit komt ook naar voren in de opleiding tot officier.
In de eerste twee jaar van de opleiding tot officier komen drie elementen sterk aan bod:
- Praktijkleren gedurende twee dagen per week op een Leger des Heils-locatie.
- De interne deeltijdopleiding van het Leger des Heils.
- Het ‘Associate Degree’-programma Pastoraal werk van de Christelijke Hogeschool Ede.
Geestelijke vorming
In het opleidingsprogramma ligt veel nadruk op persoonlijke geestelijke vorming. We werken met de drieslag: hart, hoofd en handen. We zijn ervan overtuigd dat de vorming van je ‘hart’ - geleefd geloof in Jezus Christus en een dienstbaar karakter - de basis vormen. Tegelijkertijd kijken we hoe je eerder verworven kennis en kunde meegenomen kunnen worden in je opleidingsplan en je praktijkleerplek.
Aanstelling tot officier
Na de eerste twee studiejaren krijg je een aanstelling als officier. Daarin draag je eindverantwoordelijkheid voor het Leger des Heils-werk op een locatie, maar ben je ook nog bezig met je opleiding tot officier. In de vijf jaar die volgen wordt, door middel van studiedagen en leergemeenschappen, je dagelijkse praktijk en werkverantwoordelijkheid tot leerschool gemaakt. Dit langere praktijkleertraject wordt, bij goed gevolg, na vijf jaar afgerond.